quiz Vietnam

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisSecondary Education

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat was de belangrijkste reden voor Amerikaanse interventie in Vietnam?
A
Bescherming van de Vietnamese culturele erfgoed
B
Bestrijding van de verspreiding van het communisme
C
Uitbreiding van de Amerikaanse handelsbelangen
D
Handhaving van de democratische rechten van het Vietnamese volk

Slide 2 - Quiz

Welke Amerikaanse president stuurde troepen naar Vietnam in 1965?
A
Dwight D. Eisenhower
B
Lyndon B. Johnson
C
John F. Kennedy
D
Richard Nixon

Slide 3 - Quiz

Hoe uitte de publieke opinie zich over de Vietnamoorlog in de VS?
A
Positieve invloed op economie
B
Groeiende anti-oorlogsgevoelens
C
Toenemende steun voor militaire interventie
D
Versterking van patriottisme

Slide 4 - Quiz

Wat was een veelvoorkomende reactie van Amerikaanse burgers op de Vietnamoorlog?
A
Vrijwillige rekrutering voor de oorlog
B
Steunbetuigingen aan de regering
C
Demonstraties en sit-ins
D
Positieve berichtgeving in de media

Slide 5 - Quiz

Hoe reageerden Amerikaanse burgers op de Vietnamoorlog?
A
Negeerden de oorlog
B
Vonden de oorlog noodzakelijk
C
Steunden de oorlog
D
Protesteerden tegen de oorlog

Slide 6 - Quiz

Wat was het Tet offensief van 1968?
A
Een politiek overleg tussen Noord- en Zuid-Vietnam.
B
Een economische hervorming in Vietnam.
C
Een vredesvoorstel van de Amerikaanse regering.
D
Een grootschalige aanval van de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger.

Slide 7 - Quiz

Welk effect had het Tet offensief op de Amerikaanse publieke opinie?
A
Het leidde tot groeiende twijfels over de oorlog.
B
Het had geen invloed op de publieke opinie.
C
Het versterkte het vertrouwen in de Amerikaanse militaire strategie.
D
Het zorgde voor een sterke toename van steun voor de oorlog.

Slide 8 - Quiz

Wat was het doel van de search and destroy missies?
A
Het onderhandelen met de vijandelijke troepen.
B
Het opbouwen van vriendschappelijke relaties met de Vietnamezen.
C
Het vernietigen van vijandelijke bases en wapenvoorraden.
D
Het beschermen van de burgerbevolking.

Slide 9 - Quiz

Welk verdrag beëindigde officieel de Amerikaanse betrokkenheid in Vietnam?
A
Verdrag van San Francisco
B
Geneefse Conventie
C
Verdrag van Versailles
D
Parijsakkoorden

Slide 10 - Quiz

Wanneer is deze spotprent
gemaakt?
A
1965
B
1968
C
1970
D
1975

Slide 11 - Quiz

Wanneer is deze spotprent
gemaakt?
A
1956
B
1965
C
1968
D
1973

Slide 12 - Quiz

wanneer is deze prent
gemaakt?
A
1960
B
1965
C
1968
D
1970

Slide 13 - Quiz

Welke historische gebeurtenis
herken je in de bron?
A
ontstaan van een gespleten samenleving
B
Oudere generatie zet zich af tegen Vietnam
C
Journalisten hebben de vrije hand
D
De politiek heeft de vrije hand

Slide 14 - Quiz

voor het Tet-offensief
Na het Tet-offensief
Peace with honor
Ping pong diplomatie
operatie Rolling Thunder
Tonkin resolutie
Bloedbad My Lai

Slide 15 - Question de remorquage

Welke 4 mensen zie je links
op deze prent?
A
Breznjev, Mao, Ho Chi Minh en Chroesjtsjov
B
Ho Chi Minh, Castro, Kennedy en Mao
C
Mao, Castro, Brezjnev, Chroesjtsjov
D
Ho Chi Minh, Castro, Mao, Brezjnev

Slide 16 - Quiz

Wat wordt bedoeld
met "Johnson molenaar"?
A
Johnson zorgde voor voedsel in Zuid-Vietnam
B
Johnson vernietigde het voedsel door bombardementen
C
Johnson was een moordenaar
D
Johnson stond alleen in zijn politiek

Slide 17 - Quiz

Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
7
Pentagon Papers
Nixon wordt president
operatie Rolling Thunder
verkennende vredesbesprekingen in Parijs
Summer of Love
Nixon brengt een bezoek aan China
War Powers Act wordt aangenomen

Slide 18 - Question de remorquage

WAAR
NIET WAAR
De ping pong diplomatie was een succes
de duiven waren vaak agressiever dan de haviken
de 'five o' clock follies' waren een betrouwbare informatiebron
het leger was gesegregeerd
Search and destroy missies zijn een oorzaak voor het Vietnamsyndroom

Slide 19 - Question de remorquage

Een reden voor het veranderde Vietnam beleid is:
A
the American way of life kwam in gevaar
B
de soldaten gingen steeds minder bevelen opvolgen
C
er was nauwelijks sprake van censuur
D
McNamara werd ontslagen

Slide 20 - Quiz

periode 1960-1964
periode 1965 - 1968
periode 1969 - 1972
periode 1973 - 1975
Diem wordt vermoord
Kissinger gaat naar China
Laatste Amerikaanse troepen vertrekken uit Vietnam

Slide 21 - Question de remorquage

Wat was geen oorzaak van de moeilijke omstandigheden van de Amerikaanse soldaten in Vietnam?
A
de tour of duty duurde een jaar
B
de gemiddelde leeftijd was 20 jaar
C
De teruggekomen soldaten werden slecht behandeld
D
De Vietcong was onzichtbaar

Slide 22 - Quiz

Op welke manier werden emoties afgereageerd? Wat hoort er niet bij...
A
kindermisbruik
B
drugsgebruik
C
desertie
D
racisme

Slide 23 - Quiz

dienstplicht
militaire steun
Ho Chi Minh route
Tet offensief

Slide 24 - Question de remorquage

Ho Chi Minh
LBJ
Nixon
Thieu

Slide 25 - Question de remorquage

Wat was GEEN reden voor weinig controle op het Vietnambeleid
A
de civil rights movement was belangrijker
B
Johnson wilde meer aandacht voor The Great Society
C
Het communisme was een groot gevaar
D
Het congres was nog bezig met de erfenis van Kennedy

Slide 26 - Quiz

Fulbright was tegen Amerikaanse inmenging in Vietnam. Wat past hierbij?
A
Tonkin resolutie was berust op onwaarheden
B
De bevolking was te afhankelijk van het militaire apparaat
C
Johnson wilde niet met Fulbright praten
D
De Pentagon Papers zorgde voor een ander beleid

Slide 27 - Quiz

Wat stond NIET in de Pentagon Papers?
A
Verkiezingen speelden een grote rol in de besluitvorming
B
het Tonkin incident heeft niet plaatsgevonden
C
de working class werd onevenredig veel ingezet
D
De regering heeft zijn eigen wil doorgedrukt

Slide 28 - Quiz

Wat is geen gevolg van de Vietnamoorlog
A
Er ontstond een Vietnamsyndroom
B
Zwarte Amerikanen kregen het beter
C
terughoudendheid van de regering bij buitenlandse conflicten
D
Het Salt-II verdrag werd ondertekend

Slide 29 - Quiz

Wat past NIET in de periode 1988-1999?
A
Glasnost en Perestroika
B
Doi moi
C
bezoek van Obama aan Vietnam
D
diplomatieke betrekkingen tussen VS en Vietnam

Slide 30 - Quiz