Les 15 Maw V4 4.2+4.3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Programma

1. Check-in (5 min.)
2. 1.4 Acculturatie en enculturatie: bespreken opdracht 17 en 19 (15 min.)
3. 4.2 + 4.3 Kansen, variabelen, conceptueel model & hypothese: uitleg en oefening (20 min.)
4. Check-uit (5 min.)

1.4 Opdracht 17 en 19

Huiswerkcontrole

Klassikale bespreking (ca. 15 min.)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

4.2 Kans en variabele

Leerdoelen

• Ik kan variabelen benoemen, een conceptueel model en een hypothese opstellen bij mijn onderzoek. 

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Geef een voorbeeld van een maatschappijwetenschappelijke vergelijking (1,5 min.)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Noem 5 variabelen van leerlingen (1,5 min.)

4.3 conceptueel model en hypothese

Leerdoelen

• Ik kan variabelen benoemen, een conceptueel model en een hypothese opstellen bij mijn onderzoek. 

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Bedenk een conceptueel schema bij de tekst van 1.4 opdracht 19 (blz 21). Noteer het zo: [onafhankelijke variabele] - [+/-] -> [afhankelijke variabele] (2 min.)

Tekstverkenners 4.3 maken. (5 min.)

Debat: 3x10 min.

 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.

10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)

1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)

4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)

1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)

1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)

2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Bedenk een hypothese bij de tekst van 1.4 opdracht 19 (blz 21). (2 min.)

Bedenk een conceptueel schema en hypothese bij je eigen PO onderwerp (5 min.)
Extra oefening --> tekstverkenners 4.3 maken.

Werken aan PO

1. Kies een onderwerp dat je wilt onderzoeken (zie voor inspiratie bijlage 1)
   
2. Zorg ervoor dat het onderwerp te onderzoeken is, dus maak het niet te groot/breed maar kader duidelijk af. Hou het klein en concreet.
   
3. Lees jezelf in, ga dus op zoek naar informatie over jouw onderwerp. Hiervoor gebruik je verschillende soorten bronnen: websites, kranten, tv programma's
4. Maak een literatuurlijst waarin je de bronnen met goede inhoud opschrijft. Heb je minimaal vijf goede bronnen (objectief, betrouwbaar, representatief) gevonden? Ga dan door naar het volgende onderdeel.
   
5. Bedenk de (voorlopige) hoofdvraag van het onderzoek (verklarend/beschrijvend? Kwantitatief/kwalitatief?).
   
6. Bedenk welke meetinstrumenten je gaat gebruiken.
7. Bedenk een hypothese en conceptueel model (zie 4.2 en 4.3)

>> Leg bovenstaand voor aan de docent voor een GO / NO GO << 

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?