4H §3.2: Empirische kansen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Empirische kansen

4 Havo

§5.2

Kansdefinitie van Laplace

en

Samengestelde kansexperimenten

Vragen?

4 Havo

§6.1

Theoretische kansen

4 Havo

§6.2 Theorie A

Theoretische kansen

=

a priori kansen

Kansdefinitie van Laplace

4 Vwo

§6.1 Theorie A

aantal gunstige uitkomsten

aantal mogelijke uitkomsten

P(G) =

______________________________

kansdefinitie van Laplace

Theoretische kansen

Kansdefinitie van Laplace

4 Vwo

§6.1 Theorie A

aantal gunstige uitkomsten

aantal mogelijke uitkomsten

P(G) =

______________________________

kansdefinitie van Laplace

Theoretische kansen

wiskundig model

Kansdefinitie van Laplace

4 Vwo

§6.1 Theorie A

aantal gunstige uitkomsten

aantal mogelijke uitkomsten

P(G) =

______________________________

kansdefinitie van Laplace

Theoretische kansen

wiskundig model                   rooster

                                                    systematisch noteren

Empirische kansen

4 Havo
§5.2 Theorie A

De wet van grote aantallen

De wet van grote aantallen

dus 'achteraf' bepalen

heel vaak uitvoeren                    op basis van statistische gegevens

De wet van grote aantallen

cbs.nl

Subjectieve kansen

4 Havo

§5.2 Theorie A

Subjectieve kansen

gissen

niet te berekenen

Voorwaardelijke kansen

4 Havo

§5.2 Theorie B

Voorwaardelijke kansen

https://www.alzheimer-nederland.nl/factsheet-cijfers-en-feiten-over-dementie

Empirische kansen

4 Vwo

§6.2

Voorwaardelijke kansen

houd rekening met de doelgroep!

Empirische kansen

4 Vwo

§6.2

Voorwaardelijke kansen

P(veertigplusser) = 

Empirische kansen

4 Vwo

§6.2

Voorwaardelijke kansen

P(ondervraagde die voor verlaten is, is veertigplusser) = 

Empirische kansen

4 Vwo

§6.2

Voorwaardelijke kansen

P(veertigplusser is voor verlaten) = 

Empirische kansen

4 Vwo

§6.2

Voorwaardelijke kansen

P(veertigplusser en voor verlaten) = 

Aan de slag

H5.1 Maak minimaal 60% van de opdrachten. De A-opdrachten zijn toetsniveau en je kunt controleren of je het begrijpt.

H5.2 Maak minimaal 60% van de opdrachten. De A-opdrachten zijn toetsniveau en je kunt controleren of je het begrijpt.

Kansen berekenen

4 Havo

§5.2 Theorie A

Kansen berekenen

0

afronden op 3 decimalen, maar...   0,00000017     7 à 8 decimalen

1

(On)afhankelijke gebeurtenissen

4 Havo

§5.2 Theorie A

Blz.66

Blz.66

Blz.66

Onafhankelijke gebeurtenissen

P('de leerling heeft blauwe ogen') =

P('de leerling heeft blauwe ogen' onder de voorwaarde 'de leerling is een jongen')

Blz.66

Onafhankelijke gebeurtenissen

P('de leerling heeft blauwe ogen') =

P('de leerling heeft blauwe ogen' onder de voorwaarde 'de leerling is een jongen')

Blz.66

Afhankelijke gebeurtenissen

P(bloedgroep AB) ≠

P(bloedgroep AB onder voorwaarde Rh+)