Politiek les herhaling

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Politiek

Herhalingsles 

Lesplanning

1. Doelen van de les bespreken

2.De begrippen van deze thema herhalen

3. Nabespreken

Doelen van de les

- Aan het einde van de les heb je de begrippen van de thema herhaalt.

- Aan het einde van de les kan je minstens 3 begrippen vertellen.

1.  stemmen 

2. politieke partijen

3. constitutionele monarchie > koning heeft zich te houden aan de grondwet

4. Den Haag > politiek centrum

5. Volksvertegenwoordigers

6. propaganda via media

Opdracht woorden oefenen

- In groepjes

- Lees de begrippen

- Lees de uitleg

- Plaats de begrippen bij de juiste uitleg

- Zonder boek

- Controleer met de klas 

1.  stemmen 

2. politieke partijen

3. constitutionele monarchie > koning heeft zich te houden aan de grondwet

4. Den Haag > politiek centrum

5. Volksvertegenwoordigers

6. propaganda via media

Opdracht

- In groepjes

- Op 1 telefoon

- Samen nadenken over het goede antwoord

1.  stemmen 

2. politieke partijen

3. constitutionele monarchie > koning heeft zich te houden aan de grondwet

4. Den Haag > politiek centrum

5. Volksvertegenwoordigers

6. propaganda via media

Wat is politiek?

1. Problemen in het land op lossen
2. Studeren
3. De Koning
4. Weet ik niet

Wat is een politieke partij?

1. De baas van Nederland
2. Een groep mensen die zich verkiesbaar stellen

Wat is een democratie?

1. Een land waarin de Koning alle macht heeft
2. Een land waarin alleen de rijkste mensen inspraak hebben
3. Een land waarin iedereen inspraak heeft

Wat is inspraak?

1. Niemand mag iets zeggen over de politieke keuzes
2. Kleine groep mensen praten mee over politieke keuzes
3. Alleen de Koning mag iets zeggen over de politieke keuzes
4. Je mag meepraten over politieke keuzes

Democratie

Dictatuur

Het volk heeft inspraak

Het volk heeft geen inspraak

De leider bepaald alles

Het volk kiest de leiders 

In de Tweede Kamer zitten 150 zetels

1. Waar
2. Niet Waar

Om de 2 jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn verkiezingen?

1. Je stemt op een persoon die voor jou praat in de politiek.
2. Een manier om een winnaar te bepalen.
3. Bepalen welke kleur de vlag van het land wordt.

Waar gebruiken partijen hun posters voor?

De Regering

De Koning

Ministers

De Eerste Kamer

De Tweede Kamer

Het volk

Wat doet de Regering?

1. De regering controleert de wetten
2. Kiest de leden van de Tweede Kamer
3. Besturen het land en moeten wetten en regels uitvoeren
4. Kiest de Koning

De Tweede Kamer

Stemmen voor goedkeuring van plannen

Controleert de ministers

Wat doen de mensen hier?

Als je actie voert dan...

1. Ben je het niet eens met de regering en wil je dat duidelijk maken
2. Ben je iets illegaals aan het doen
3. Dan heb je geen respect voor de maatschappij
4. Vraag je om aandacht zodat het onderwerp wordt besproken in de Tweede Kamer

Nabespreken

- Aan het einde van de les heb je de begrippen van de thema herhaalt.

- Aan het einde van de les kan je minstens 3 begrippen vertellen.