Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: De Grieken
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
De Grieken
Slide 7 - Carte mentale
2.1 Het leven in een Griekse stadstaat
2.1 Het leven in een Griekse stadstaat
Lesboek 1A bladzijdes 66 t/m 72
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt enkele eigenschappen noemen van de Griekse stadstaten
Je kunt uitleggen dat niet alle mensen die in Griekenland woonden, burgerrechten hadden
Je kunt uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag
Je kunt uitleggen welke rol slavernij vervulde in de Griekse samenleving
Slide 9 - Diapositive
Stadstaten
ca. 700 verschillende stadstaten (poleis)
1 polis, 2 poleis
Athene en Sparta waren het grootst
Iedere polis had een eigen bestuur en maakte eigen wetten - onafhankelijk
In iedere polis spraken ze Grieks, vereerden ze dezelfde goden en bouwden ze op dezelfde manier tempels.
Slide 10 - Diapositive
Akropolis (Athene)
Slide 11 - Diapositive
Griekse samenleving
In de poleis bestond grote ongelijkheid tussen mensen
Burgerrecht bij de Grieken: Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassenvrijemannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht
Slide 12 - Diapositive
Sociale verschillen
Slaven : als slaaf had je geen rechten.
Ook ongelijkheid onder vrije mensen:mannen met burgerrecht stonden bovenaan. Dit waren vrije mannen die uit de stad zelf kwamen. Vreemdelingen hadden dus geen burgerrecht.
Vrouwen, vreemdelingen en slaven hadden geen burgerrechten.
Slide 13 - Diapositive
Het leven in een Griekse stadstaat (1)
De meeste mensen leefden van de landbouw (graan, druiven, olijven)
Grieken handelden ook veel --> ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie en kochten graan in.
De Grieken waren zeevaarders en hadden langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee handelscontacten.
Slide 14 - Diapositive
Het leven in een Griekse stadstaat (2)
Er was een strikte taakverdeling tussen mannen en vrouwen.
De man was het hoofd van het gezin. De vrouwen stonden meestal onder toezicht van een man.
Arme vrouwen werkten vaak buitenshuis.
Er zijn bijna geen teksten van vrouwen bewaard gebleven..