Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Paragraaf 2 Duitsland 1933-1939
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Terugblik
- Leerdoelen
- Uitleg
- Opdracht
- Bespreken
- Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Terugblik
- De leerling kan één structurele en één incidentele oorzaak noemen voor het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog en het verschil tussen beide noemen.
- Je kunt met betrekking tot de economische en politieke ontwikkelingen in Duitsland in de periode 1919-1933 structurele en incidentele oorzaken onderscheiden
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
• De leerling kan meerdere oorzaken van gebeurtenissen noemen en kan daarbij onderscheid maken tussen structurele en incidentele oorzaken.
• De leerling kan met betrekking tot de politieke ontwikkelingen in Duitsland in de periode 1933-1939 structurele en incidentele oorzaken onderscheiden.
Slide 4 - Diapositive
Oorzaken in de oorlog
- In 1933 wordt Hitler benoemd tot Rijkskanselier
- Kort daarna de Rijksdagbrand
Slide 5 - Diapositive
- Hitler begon direct na zijn machtsovername met de voorbereidingen voor een oorlog
- Hij sloot bondgenootschappen met Japan en Italië
Slide 6 - Diapositive
Geallieerden
Asmogendheden
Groot-Brittannië
Duitsland
Japan
Frankrijk
Verenigde-Staten
Italië
Sovjet-Unie
Slide 7 - Question de remorquage
Geallieerden:
- Frankrijk
- Engeland
- Sovjet-Unie
- VS
Asmogendheden:
- Duitsland
- Italië
- Japan
Slide 8 - Diapositive
Lebensraum
- Het Duitse volk had meer ruimte nodig om te leven (lebensraum)
- Hitler wilde het Duitse grondgebied uitbreiden, eerst naar Oost-Europa en later heel Europa
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Anschluss Oostenrijk 1938
Heim is Reich
Arthur Seyss-Inquart krijgt namens nazi's onder druk leiding in Oostenrijk
Hitler valt Oostenrijk binnen in 1938
De soldaten worden verwelkomd met bloemen
Slide 11 - Diapositive
Van welke structurele oorzaak valt er te noemen voor de Anschluss van Oostenrijk?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
\
Slide 14 - Diapositive
Direct na deze Anschluss eiste Hitler het 'sudetenland' op
Daar woonde naar schatting 3 miljoen Duitssprekende mensen
Zij moesten terugkeren in een Duits rijk
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Maar dan...
- De Britse en Franse regering gaan zich met de zaken bemoeien
- Zij beloofden Tsjecho-Slowakije te steunen bij een buitenlandse aanval
- Maar dat schrikte Hitler niet af
- In september 1938 leek een oorlog onvermijdelijk
Slide 17 - Diapositive
Appeasement-politiek
De toegeeflijke politiek die vooral gevoerd werd door de Engelse premier Chamberlain noemen we ook wel appeasement-politiek
Toegeven aan Hitler om oorlog te voorkomen
Conferentie van München 1938:
Hitler mocht Sudetenland innemen maar daarna klaar
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Maar dan...
- Hitler bedreigde Polen in 1939
- FR en GB beloofden Polen te steunen bij een aanval
- Molotov Von Ribbentroppact
- Hitler en Stalin sluiten geheim bondgenootschap
Slide 22 - Diapositive
1. Wat zie ik?
2. Wie zie ik?
3. Wat betekent het?
Slide 23 - Diapositive
Oorlog is nu echt begonnen
- Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen
- Dit is voor FR en BG de laatste druppel en zij verklaren nu echt de oorlog aan Duitsland
- Tweede Wereldoorlog is nu echt begonnen
Slide 24 - Diapositive
Aan de slag!
Wat: plaats de oorzaken op de juiste plek in de diamant
Hoe: in viertallen, opdracht 1 van par. 2 in boekje
Tijd: 20 minuten
Hulp: gebruik je boekje of steek je hand op
Klaar: werk verder aan opdracht 2 en 3 uit het boekje
Eerste 5 minuten geen vragen
Slide 25 - Diapositive
Opdracht bespreken
Welke oorzaak heb je bovenaan en welke heb je onderaan gezet? Leg je keuze uit
Slide 26 - Diapositive
Leerdoelen
• De leerling kan meerdere oorzaken van gebeurtenissen noemen en kan daarbij onderscheid maken tussen structurele en incidentele oorzaken.
• De leerling kan met betrekking tot de politieke ontwikkelingen in Duitsland in de periode 1933-1939 structurele en incidentele oorzaken onderscheiden.