Engels unit 3 Australia L5 writing L6 literature

2B unit 3 Australia
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

2B unit 3 Australia

Slide 1 - Diapositive

grammar lesson 4

quantifiers - om aan te geven hoeveel van iets
grammar lesson 5

tags - korte aangeplakte zinnen aan het einde van de hoofdzin


Slide 2 - Diapositive

quantifier: many .....

Slide 3 - Question ouverte

quatifier: much ....

Slide 4 - Question ouverte

quantifier: a little ...

Slide 5 - Question ouverte

quantifier: a few ...

Slide 6 - Question ouverte

previous 
recap (herhalen van ) quantifiers




telbaar (dus meervoud)

many.......books (veel)
a lot of       "        (veel)
a few          "        (een paar)
few             "         (weinig)
niet telbare woorden

much ...... love   (veel)
a lot of         "      (veel)
a little          "      (een beetje)
little             "       (weinig)

Slide 7 - Diapositive

tag: She doesn't reaad much, ....

Slide 8 - Question ouverte

tag: Peter and Jay are busy, .....

Slide 9 - Question ouverte

tag: They have that great car, ....

Slide 10 - Question ouverte

tag: They bought that great house, ....

Slide 11 - Question ouverte

tags
- korte zinnetje aan einde van grote zin

- 1x not in de hele zin, dus 
   +zin, krijgt not in de tag - He is rich, isn't he?
   -zin, dan géén not in de tag - He isn't strong, is he?

- je herhaalt het werkwoord
- of je gebruikt do/ does bij gewone werkwoorden

- gebruik geen namen in de tag, maar he/ they/ we enz

Slide 12 - Diapositive

dus: 

1a) He is rich, isn't he?
- deel 1 van zin is + (er staat geen not in de zin)
- dus na de , not/ n't toevoegen

1b) He isn't strong, is he? 
- deel 1 van de zin is - (er staat not / n't in de zin)
- dus na de ,  mag er géén not staan


Slide 13 - Diapositive

dus: 
1) He isn't rich, is he?  (- zin, dus + tag)
2) We are strong, aren't we? (+ zin, dus - tag)
3) Peter is strong, isn't he?
4) Josie and I are late, aren't we?
5) Mark and Dennis aren't home, are they

uitzondering: I am rich, aren't I? maar
                           I am not rich, am I?

Slide 14 - Diapositive


* als een zin een gewoon werkwoord heeft -> to do
- He works hard, doesn't he. 

* als een zin een hulpwerkwoord heeft, zoals to have / will 
- She has cleaned it all by herself, hasn't she?
- Peter and Josh haven't done that, have they? 


Slide 15 - Diapositive

writing a date; how would you do that?

Slide 16 - Question ouverte

datum schrijven
- dagen en maanden in het Engels altijd met Hoofdletter, dus Monday, Saturday, April, December ect

- 1 June 2021               - 1st June 2020 - Monday 1st June 2020
- 2 September 2021  - 2nd September 2021 
- 3 October 2021        - 3rd September 2021
- 4 November 2021   - 4th November 2021
- 21 December 2021  - 21st December 2021



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

wat is een 'simili' en geef 2 voorbeelden

Slide 19 - Question ouverte

vertel in je eigen woorden wat quantifiers zijn, waar moet je op letten?

Slide 20 - Question ouverte

leg in je eigen woorden uit wat tags zijn en waar moet je op letten?

Slide 21 - Question ouverte

well done!

Slide 22 - Diapositive