Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een systeem dat waarbij de uitvoer van invloed is op de invoer (terugkoppeling) wordt ook wel een … genoemd.
A
meetsysteem
B
stuursysteem
C
regelsysteem
Slide 2 - Quiz
Een automatisch systeem bestaat uit een invoergedeelte, een uitvoergedeelte en een … gedeelte.
A
verwerkings -
B
stuur -
C
regel -
Slide 3 - Quiz
Een belletje in een magnetron wat aangeeft dat het eten klaar is, is een …
A
regelaar
B
geluidsensor
C
uitvoerelement
Slide 4 - Quiz
Bij de voordeur hangt een sensor: als deze een persoon waarneemt, dan gaat het licht aan. Dit is een:
A
meetsysteem
B
stuursysteem
C
ijksysteem
D
regelsysteem
Slide 5 - Quiz
Als er geluid is, gaat een lampje branden. Je hebt dan nodig:
A
geluidssensor, lampje, comperator
B
geluidssensor, lampje, comperator, invertor
C
D
geluidssensor, lampje, geheugencel
Slide 6 - Quiz
Een geheugencel onthoudt. De cel onthoudt dat:
A
er ooit op de reset een HOOG signaal is geweest
B
er een LAAG signaal op de set staat
C
er ooit op de set een HOOG signaal is geweest
D
er een HOOG signaal op de set staat
Slide 7 - Quiz
het decimale getal 21 schrijf je als binair getal:
A
10110
B
10010
C
10101
D
10011
Slide 8 - Quiz
Je wilt een teller zó laten tellen: 0,1,2,3,4,0,1,2,3,4,0,1,2..... Je hebt dan nodig:
A
een teller, pulsgenerator
B
een teller, pulsgegenerator en een EN-poort
C
een teller, pulsgenerator en een OF-poort
D
een teller, pulsgenerator en een invertor
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste formulering:
A
een comperator maakt van een continu signaal een binair signaal
B
een comperator maakt van een binair signaal een continu signaal
C
een comperator maakt van een continu signaal een octaal signaal
D
een comperator maakt van een octaal signaal een continu signaal
Slide 10 - Quiz
De pulsgever geeft 20 pulsen per seconde. De teller begint bij 0. Als de teller op 8 staat, stopt de teller. Dan heeft de teller:
A
0,4 s geteld
B
2,5 s geteld
C
160 s geteld
D
12 s geteld
Slide 11 - Quiz
AD omzetter: Welke waarde hebben de 4 uitgangen als de ingangsspanning 1,6 V is?
Sensorspanning 0 V - 5 V
Slide 12 - Question ouverte
AD omzetter: Welke waarde hebben de 8 uitgangen als de ingangsspanning 3,2 V is?
Sensorspanning 0 V - 7 V
Slide 13 - Question ouverte
Op de uitgangen van een 4-bits AD-omzetter staat 1001. Tussen welke waarden kan de ingangsspanning liggen liggen?
Slide 14 - Question ouverte
Op de uitgangen van een 6-bits AD-omzetter staat 101001. Tussen welke waarden kan de ingangsspanning liggen liggen?
Slide 15 - Question ouverte
Op de uitgangen van een 5-bits AD-omzetter staat 10100. Tussen welke waarden kan de ingang liggen?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een sensor
Slide 19 - Question ouverte
Wat doet een sensor? (definitie)
Slide 20 - Question ouverte
Bij een ijkgrafiek van een temperatuursensor zet je tegen elkaar uit:
A
de sensorspanning horizontaal, de temperatuur verticaal
B
de sensortemperatuur horizontaal, de echte temperatuur verticaal
C
de sensortemperatuur verticaal, de echte temperatuur horizontaal
D
de sensorspanning verticaal, de temperatuur horizontaal
Slide 21 - Quiz
We hebben een temperatuursensor. De eenheid van de grootheid gevoeligheid is:
A
Volt/K
B
K/Volt
C
Ampere/K
D
Volt/K of K/Volt (maakt niet uit)
Slide 22 - Quiz
Lineariteit, bereik & gevoeligheid
Er is een deel van de grafiek waar de lijn lineair loopt; dit is de lineariteit van de grafiek. In dit geval tussen 35 °C en 50 °C.
Het bereik is het deel van de grafiek waarbinnen de waarden van de gemeten grootheid vallen. In dit geval tussen 0,00 °C en 72,5 °C.
De gevoeligheid geeft aan met hoeveel spanning (Volt) de sensorspanning toeneemt als de gemeten grootheid toeneemt. In het geval van de ijkgrafiek hiernaast moeten we kijken naar het lineare deel en vinden we:
Als er geen lineair gedeelte in de grafiek staat, is een raaklijn wenselijk om de spanning bij een bepaalde waarde van de gemeten grootheid te achterhalen.
ΔTΔU=50−357,0−3,5=153,5=0,23V/°C
Slide 23 - Diapositive
Antwoord: -bereik -gevoeligheid
Slide 24 - Question ouverte
Bekijk de ijkgrafiek van een temperatuursensor hiernaast.
Tussen welke waarden geldt lineairiteit?
Slide 25 - Question ouverte
Bekijk de ijkgrafiek van dezelfde temperatuursensor hiernaast.
Bereken de gevoeligheid van de sensor in het lineaire deel van de ijkgrafiek.