V4 intro hoofdstuk 3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Natuurkunde:

de wetenschap van de natuur (de wereld om ons heen)

Natuurkunde heeft ook een geschiedenis!

Waarom krachten?

Waarom beweging? (kanonskogel)

Wat weet je nog van
krachten? (force)

Theorie - krachten

• Newton leefde van 1643 - 1727 in Engeland. Hij was een van de belangrijkste natuurkundigen ooit. 
• Newton was de eerste die wiskunde gebruikte om de natuur te omschrijven. 
• Hij omschreef de beweging van voorwerpen in 3 wetten

Vraag: wat zijn de 3 wetten van Newton?

Waarom krachten?

Waarom beweging? (kanonskogel)

Kun je uitleggen hoe het komt dat de kanonskogel blijft vliegen?
(gebruik Newton!)

controle & afsluiting

dus... gaan we knallen deze periode?

Al klaar?

Lees 3.1

H1.1 Krachten herkennen (theorie) deel2

1. Kracht als vector
   3 eigenschappen: aangrijpingspunt, grootte & richting

Kracht tekenen

1. Nodig: geodriehoek, potlood
2. Begin bij het aangrijpingspunt
3. Teken de kracht in de juiste richting met de geodriehoek
4. Teken de goede lengte van de kracht
5. Maak er een pijltje van 

Kracht tekenen - voorbeeld

voorbeeld 1: een jongen schopt tegen een bal. teken de kracht met een lengte van 30 cm.

voorbeeld 2: teken de zwaartekracht op een bal die valt, met een lengte van 40 cm.

Nu jullie! Maak opdracht 6 op blz 131 van je werkboek!

Soorten krachten

Soorten krachten

1. Zwaartekracht is als iets valt
2. Veerkracht is als iets uitrekt
3. Spankracht is de kracht in een touw

soorten krachten

Soorten krachten

1. Zwaartekracht
2. Veerkracht
3. Spankracht
4. Spierkracht is als je je spieren gebruikt
5. Magnetische kracht is met magneten

Soorten krachten - wrijving

3 soorten:

• rolweerstandskracht
• luchtweerstandskracht
• schuifweerstandskracht

opdrachten: 1

Iemand in de sportschool tilt een zware halter op. welke kracht gebruikt hij?

1. veerkracht
2. spierkracht
3. magnetische kracht

Nu laat hij de halter los. welke kracht zorgt ervoor dat de halter naar beneden valt?

1. spierkracht
2. zwaartekracht
3. veerkracht