Vrouwelijk/mannelijk taal

lesdoel

Ik ken de mannelijke en vrouwelijke namen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

lesdoel

Ik ken de mannelijke en vrouwelijke namen.

Slide 1 - Diapositive


BUURMAN
TIJGER
ACTEUR
`ZWEMMER


BUURVROUW
TIJGERIN
ACTRICE
ZWEMSTER

Slide 2 - Diapositive

eindigt het op een R - =ster

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is de vrouwelijke vorm?
Mannelijke naam    = assistent
Vrouwelijke naam = ?
Mannelijke naam = boer
Vrouwelijke naam = ?
Mannelijke naam = verkoper
vrouwelijke naam = ?

Slide 5 - Diapositive

Wat is de vrouwelijke vorm?
eigenaar
A
eigenarin
B
eigenaresse
C
eigenaarster

Slide 6 - Quiz

Wat is de vrouwelijke vorm?
Duitser
A
Duitserin
B
Duitse
C
Duitster

Slide 7 - Quiz

Wat is de vrouwelijke vorm?
pianist
A
pianiste
B
pianisteres
C
pianister

Slide 8 - Quiz

mannelijke vorm
vrouwelijke vorm
student
winnares
sporter
sportster
winnaar
studente
beer
berin

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is de vrouwelijke vorm van
zanger

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke vorm van
journalist

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke vorm van
reus

Slide 12 - Question ouverte

aan het werk
 Thema 12, les 5

Slide 13 - Diapositive