Domein 1 H3 decimale getallen les 6

Domein getallen
Les 6

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Domein getallen
Les 6

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je leert wat decimale getallen zijn
- Je leert hoe je decimale getallen kunt vergelijken
- Je oefent met schatten van sommen en leert welk teken je moet gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is de waarde van de 5 in het getal 1,5?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de waarde van de 7 in het getal 6,75?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de waarde van de 9 in het getal 0,192?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de waarde van de 3 in het getal 2,683?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

0,49
0,08
0,23

Slide 10 - Question de remorquage

1 Amerikaanse dollar .........
1 Britse pond
A
<
B
>
C
=

Slide 11 - Quiz

1 Britse pond
.........
1 Chinese yuan
A
<
B
>
C
=

Slide 12 - Quiz

1 Chinese yuan
.........
1 Zweedse kroon
A
<
B
>
C
=

Slide 13 - Quiz

1 Zweedse kroon
.........
1 Amerikaanse dollar
A
<
B
>
C
=

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Lola koopt een weerapp voor € 0,98 en een fotoapp voor € 3,97.
Hoeveel moet Lola ongeveer betalen?

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel moet Simon ongeveer betalen als hij 8 pakken tuinbonen koopt?

Slide 18 - Question ouverte

Wout koopt 6 meter buitenkabel en een grondkabeldoos.
Hoeveel moet Wout ongeveer betalen?

Slide 19 - Question ouverte

Tess koopt 7 meter installatiedraad. Ze gebruikt een cadeaubon van € 5.
Hoeveel euro moet Tess ongeveer bijbetalen?

Slide 20 - Question ouverte

Nederlands
Begrijpend lezen

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen
- Je oefent met het globaal lezen van een tekst.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Lees de inleiding en de eerste en laatste zin van elke alinea.

Slide 25 - Question ouverte

Bedenk drie vragen waarvan jullie verwachten dat je hierop antwoord krijgt in de tekst.

Slide 26 - Question ouverte

Lees de hele tekst zonder op details te letten en geef antwoord op de vragen.
Wat is het tekstdoel? Leg je antwoord uit aan de hand van de kenmerken van dit tekstdoel.

Slide 27 - Question ouverte

Welke vragen die jullie bij deelopdracht b hebben opgeschreven worden beantwoord?
Schrijf deze vragen op. Geef ook aan in welke alinea of alinea’s je het antwoord hebt gevonden.

Slide 28 - Question ouverte

Zijn er vragen waarop de tekst antwoord geeft, maar die jullie niet hebben opgeschreven bij deelopdracht b. Zo ja, welke vragen zijn dat?

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf in eigen woorden op wat er in de tekst aan bod komt.
Gebruik hiervoor 20 tot 30 woorden.

Slide 30 - Question ouverte