3.2 Warmte en milieu

3.2 Warmte en milieu
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.2 Warmte en milieu

Slide 1 - Diapositive

Kelvin en Celsius

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan iemand uitleggen wat een warmtebron is.
Ik weet wat fossiele brandstoffen zijn.
Ik kan minstens drie soorten fossiele brandstoffen opnoemen.
Ik ken de drie voorwaarden in de branddriehoek.
Ik kan iemand uitleggen wat een versterkt broeikas effect is.

Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden van
warmtebron

Slide 4 - Carte mentale

Warmtebron
Warmtebron maakt warmte

Kachel, centrale verwarming (cv), gasfornuis

Warmtebronnen halen warmte uit brandstoffen 
        (aardgas, steenkool, stookolie, benzine en hout)

Slide 5 - Diapositive

Fossiele brandstoffen
Ontstaan uit dode planten en dieren
Duurt duizenden jaren

Steenkool, aardolie en aardgas < fossiele brandstoffen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Aardolie is een fossiele brandstof
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Hout is een fossiele brandstof
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Branddriehoek
Nodig voor een verbranding
- brandbare stof
- zuurstof
- ontbrandingstemperatuur

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 8
Blz. 142

Slide 11 - Diapositive

Hoeveelheid zuurstof
Voldoende zuurstof: 
waterdamp en koolstofdioxide

Onvoldoende zuurstof:
roet, koolstofmono-oxide (gevaarlijk!)

Slide 12 - Diapositive

Koolstofmono-oxide ruikt zoet
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Te weinig zuurstof
Voldoende zuurstof
Roet
Koolstofmono-oxide
Heetste vlam

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Wat is het broeikaseffect?
A
afgeven warmtestraling van zon aan de aarde
B
tegenhouden van warmtestraling van aarde naar ruimte
C
tegenhouden van warmtestraling van ruimte naar aarde

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er met de zeespiegel door het versterkt broeikaseffect?
A
wordt lager, omdat er meer water verdampt
B
stijgt, omdat meer sneeuw en ijs smelt
C
met de zeespiegel gebeurt niets

Slide 18 - Quiz

Leerdoelen
Ik kan iemand uitleggen wat een warmtebron is.
Ik weet wat fossiele brandstoffen zijn.
Ik kan minstens drie soorten fossiele brandstoffen opnoemen.
Ik ken de drie voorwaarden in de branddriehoek.
Ik kan iemand uitleggen wat een versterkt broeikas effect is.

Slide 19 - Diapositive

Opdrachten maken
Opdrachten 1 t/m 18
Blz. 142-145

Klaar? Extra lezen en maken (blz. 146)

Slide 20 - Diapositive