Oefenen spelling

De tandarts gebruikt een injectie die de hele onderkaak gedurende drie uur
........... (verdoven).
1 / 22
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De tandarts gebruikt een injectie die de hele onderkaak gedurende drie uur
........... (verdoven).

Slide 1 - Question ouverte

De foto’s die Sam van het feest gemaakt had, ........
(sharen) hij via social media met zijn vrienden.

Slide 2 - Question ouverte

De skater ..... (sliden) gisteren over die reling.

Slide 3 - Question ouverte

Mijn moeder heeft alle familieleden op de foto .....
(taggen).

Slide 4 - Question ouverte

Bij wangedrag ...... (worden) je de toegang tot de school verboden.

Slide 5 - Question ouverte

… wil ik het liefst vroeg naar bed.

A
‘s zondags
B
‘s Zondags
C
‘S zondags

Slide 6 - Quiz

53 … zijn met taxi’s naar huis gebracht.


A
Reizigers
B
reizigers

Slide 7 - Quiz

Een synagoge is een gebedshuis voor .....
A
Joden
B
joden

Slide 8 - Quiz

Schrijf over. Zet hoofdletters waar dat moet.

mevrouw van dijk woont naast winkelcentrum anklaar en helpt haar kind met de vakken aardrijkskunde en engels.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters waar dat moet.

in de europese unie viert het christendom pasen, maar moslims vieren geen paasdagen.

Slide 10 - Question ouverte

Wel of geen n?


A
hondenweer
B
hondeweer

Slide 11 - Quiz

Wel of geen n?


A
secondewijzer
B
secondenwijzer

Slide 12 - Quiz

Maak een samenstelling van de gegeven
1 horde + loper = …
2 lachen + bek = …
3 rijst + pap = …
4 kat + kruid = …
5 zon + brand = …

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 14 - Quiz

1 de amfibie - de …
2 de firma - de …
3 de gladjanus - de …
4 het museum - de ......
5 de dreumes - de …

Slide 15 - Question ouverte

Wanneer komt er een meervouds -n achter het verwijswoord?
A
Als het verwijst naar personen.
B
Als het zelfstandig in de zin staat en verwijst naar personen
C
Als er een zelfstandig naamwoord achter staat.

Slide 16 - Quiz

Meervouds-n bij verwijzingen

Welke zin is juist of welke zinnen zijn juist?
a. Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle met een hoofdletter beginnen.
b. Denk aan je handen: je moet ze beiden aan het stuur houden.
A
Alleen A is goed
B
Alleen B is goed
C
A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout

Slide 17 - Quiz

De brieven zijn … nat geworden door de regen.

A
alle
B
allen

Slide 18 - Quiz

Slechts … hebben het dieet de volle drie maanden volgehouden.

A
weinige
B
weinigen

Slide 19 - Quiz

De jongens doen … mee aan de wedstrijd.


A
beide
B
beiden

Slide 20 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 21 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 22 - Quiz