W4 FA 2G1 les op school

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2G1

Semaine 4

Du 24 au 28 janvier

Chapitre 2

Les devoirs

Af: lundi 24 janvier

Faire: 

Ex 31, 32

Apprendre: 

Vocabulaire A à F(p. 88)

Lundi 31 janvier: toets leesvaardigheid (weging 3)

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

La semaine dernière

• Nous avons corrigé les devoirs.
• Nous avons répéte les verbes réguliers.
• Nous avons parlé de nos maisons.

Cette semaine

• Nous allons répéter les verbes réguliers.
  
• Nous avons un petit test de vocabulaire.
• Nous allons finir chapitre 2.

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• décrire vos chambres
  
• utiliser les verbes réguliers -er.

vous savez (kennen en weten jullie):

• du vocabulaire de la famille, des animaux, du caractère et de la maison.

En classe

Chapitre 2: Ados du monde!

Cahier d'activités A p. 84 & 85

Partie H              grammaire   ex 31, 32

         

Ex 31a) 

1. Elles -> les réponses
2. Ils -> les mots
3. Il -> ton voisin

Ex 31d) 

1. habite = La famille d'Elise et Luc betekent de familie van Elise en Luc.
2. Élise et Luc adorent
3. Ils voyagent
4. Ils arrivent
5. on mange
6. Elle invite

Ex 31e) 

1. Elles = het gaat hier over de foto's en dat is vrouwelijk en meervoud.
2. montre
3. Elle = van sa mère uit de zin ervoor.
4. porte
5. Il = van son père in de zin ervoor.
6. Ils = van Ali et sa soeur in de zin ervoor
7. regardent
8. elle = van sa soeur in de zin ervoor
9. porte

Ex 31c) 

1. Elle = Myriam is een meisje.
2. Il = l'appartement is een mannelijk woord. 'De Myriam' betekent 'van Myriam'.
3. Elles = ses copines betekent haar vriendinnen.
4. Il = le frère de Myriam betekent de broer van Myriam.
5. Ils = Myriam et son frère betekent Myriam en haar broer.

En classe

Chapitre 2: Ados du monde!

Cahier d'activités A p. 78 & 79

Ex 32 kijken we na de in klas.

Le bilan                 en ligne

         

Les devoirs

Af: lundi 31 janvier

Faire: 

  

Apprendre: 

Toets leesvaadigheid (weging 3)

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!