10 - Powershell - processen

• ICT
• MBO
• Studiejaar 1-4

Processen in PowerShell

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je processen beheren in PowerShell.

Wat weet je al over het beheren van processen in PowerShell?

Inleiding tot Processen

Een proces is een programma dat op de achtergrond draait. Voorbeelden zijn webbrowsers, tekstverwerkers en systeemtaken.

Lijst van Processen

Get-Process is een cmdlet waarmee je een lijst van actieve processen kunt ophalen.

  # syntax van Get-Process

  Get-Process [-Name] <string[]>

  # voorbeeld van Get-Process

  Get-Process -Name powershell

Stoppen van Processen

Stop-Process stelt je in staat om specifieke processen te stoppen aan de hand van hun ID of naam.

  # syntax van Stop-Process

  Stop-Process [-Name] <string[]>

  # voorbeeld van Stop-Process

  Stop-Process -Name powershell

Stoppen van Processen

Je kan een proces ook stoppen op basis van hun id. Je stopt dan maar 1 instantie van het lopende proces.

  # syntax van Stop-Process / naam

  Stop-Process [-Id] <Int32[]>

  # voorbeeld van Stop-Process / naam

  Stop-Process -Id 3952 -Confirm -PassThru

Filteren van Processen

Met Where-Object kun je processen filteren op basis van specifieke criteria, zoals geheugenverbruik of naam.

Get-Process | Where-Object {$_.<property> -<operator> <value>}

• <property> is de eigenschap van het object waarop je wilt filteren.
  

• <operator> is de vergelijkingsoperator die je wilt gebruiken (zoals -eq voor gelijk aan, -gt voor groter dan, enz.).
  

• <value> is de waarde waarmee je de eigenschap wilt vergelijken.

Filteren van Processen

Voorbeelden van Where-Object :

Get-Process | Where-Object {$_.Name -like "*chrome*"}

Selecteer alleen die processen die chrome bevatten

Selecteer alleen die processen die chrome bevatten

Get-Process | Where-Object {$_.CPU -gt 10}

Opdracht

Samenvatting

We hebben geleerd hoe we processen kunnen beheren in PowerShell, inclusief het ophalen, stoppen en filteren van processen.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.