Formatieve toets: Bijbelteksten opzoeken
Gen. 21: 3
Hoe heet de zoon van Abraham?
Hoe heet de zoon van Abraham?
timer
1:30
1 / 13
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Gen. 21: 3
Hoe heet de zoon van Abraham?
Hoe heet de zoon van Abraham?
timer
1:30
Slide 1 - Question ouverte
2 Samuël 5: 17
Wat is Davids beroep?
Wat is Davids beroep?
timer
1:30
Slide 2 - Question ouverte
Jona 3: 3
Naar welke stad ging Jona?
Naar welke stad ging Jona?
timer
1:30
Slide 3 - Question ouverte
Lukas 5: 38
Welke drank moet in nieuwe zakken worden gedaan?
Welke drank moet in nieuwe zakken worden gedaan?
timer
1:30
Slide 4 - Question ouverte
Mat. 27: 61
Hoe heten de vrouwen die tegenover het graf van Jezus gaan zitten?
Hoe heten de vrouwen die tegenover het graf van Jezus gaan zitten?
timer
1:30
Slide 5 - Question ouverte
Joh. 12: 12 - 15
Op welk dier rijdt Jezus Jeruzalem binnen?
Op welk dier rijdt Jezus Jeruzalem binnen?
timer
1:30
Slide 6 - Question ouverte
Gen. 4: 2
Hoe heet de broer van Abel?
Hoe heet de broer van Abel?
timer
1:30
Slide 7 - Question ouverte
1 Sam. 3: 1 - 8
Door wie denkt Samuël geroepen te worden?
Door wie denkt Samuël geroepen te worden?
timer
1:30
Slide 8 - Question ouverte
Ex. 34: 28
Hoeveel geboden werden er op de platen geschreven?
Hoeveel geboden werden er op de platen geschreven?
timer
1:30
Slide 9 - Question ouverte
Hooglied 1: 15
Met welk dier worden de ogen vergeleken?
Met welk dier worden de ogen vergeleken?
timer
1:30
Slide 10 - Question ouverte
Markus 8: 22- 25
Wie wordt er genezen?
Wie wordt er genezen?
timer
1:30
Slide 11 - Question ouverte
Dan. 6: 17
Waar wordt Daniël in geworpen?
Waar wordt Daniël in geworpen?
timer
1:30
Slide 12 - Question ouverte
Openb. 21: 1 - 2
Welke stad ziet Johannes uit de hemel neerdalen?
Welke stad ziet Johannes uit de hemel neerdalen?
timer
1:30
