Duits 7 februari 2025 RV1 a / RV 1b

1 / 29
suivant
Slide 1: Vidéo
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Duits RV 1a/1b
7 februari 2025

Mevrouw Timmermans

Slide 2 - Diapositive

Wat weten jullie nog? 
Du sitzt (één vinger opsteken)
Du sitzst (twee vingers opsteken)

Slide 3 - Diapositive

Wat weten jullie nog? 
Ein Mutter (één vinger opsteken)
Eine Mutter (twee vingers opsteken)

Slide 4 - Diapositive

Was machen wir heute?


* Huiswerk nakijken 
blz. 98 en blz. 99
* Oefenen met werkwoorden waarvan de stam eindigt op -s of -ss -ß - z
* Oefenen met de lidwoorden ein-eine en kein en keine
* Huiswerk 
* Afsluiting





Slide 5 - Diapositive

Doel van deze les

* Je kunt werkwoorden met een -s of ss of ß of z aan het eind van de stam vervoegen
* je hebt weer geoefend met de lidwoorden ein-eine-kein-keine



Slide 6 - Diapositive

Is de vlog duidelijk? 
inleveren uiterlijk volgende week vrijdag 

Slide 7 - Diapositive

wohnen
ich wohn e
du wohn st
er/sie/es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en
reisen
ich reis e
du reis t
er/sie/es reis t
wir reis en
ihr reis t
sie reis en
Sie reis en

Slide 8 - Diapositive

Lidwoorden in het Duits?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

der die of das?

Slide 11 - Diapositive

ezelsbruggetje...

Slide 12 - Diapositive

tips en trucs 
Vrouwelijk > die
  • als een woord eindigt op een "e" is het  meestal vrouwelijk, bijvoorbeeld: die Schule, die Klasse
  • als een woord eindigt op ''heit / keit / schaft / ung" bijv:        die Freiheit / die Freundlichkeit /die Mannschaft / die Übung

Slide 13 - Diapositive

tips en trucs 
onzijdig > das
  • als er in het Nederlands "het" voor staat is het vaak das in het Duits. bijv: het kind = das Kind, het huis = das Haus
  • als een woord eindigt op ''chen
bijv: das Brötchen / das Mädchen 

Slide 14 - Diapositive

tips en trucs 
zijn de tips en trucs uit de vorige dia's niet van toepassing?

dan is het woord waarschijnlijk mannelijk, dus:

DER
Ook dagen van de week, maanden en automerken zijn Duits
even oefenen .......

Slide 15 - Diapositive

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

Vul in ein/eine/kein/keine
Ich möchte gern ...... (een) Cola (v).

Slide 17 - Question ouverte

Vul in ein/eine/kein/keine
Haben sie ...... (geen) Haustiere (mv)?

Slide 18 - Question ouverte

Vul in ein/eine/kein/keine
Hast du ...... (een) Schwester (v)?

Slide 19 - Question ouverte

die Kinder (mv) / ............ Kinder
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine - kein - keine

Slide 20 - Question ouverte

Ein oder eine? Kein oder keine?
3. geen
Hat der Bäcker echt _____ Brötchen (mv) mehr?

Slide 21 - Question ouverte

Ein oder eine? Kein oder keine?
4. een
Am liebsten esse ich ______ Suppe mit Karotten.

Slide 22 - Question ouverte

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 23 - Quiz

Noteer het Duitse lidwoord
de zoon = .... Sohn

Slide 24 - Question ouverte

Noteer het Duitse lidwoord
het adres = .... Adresse

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal:
de appel = ... Apfel

Slide 26 - Question ouverte

Lesafsluiting
schrijf eens op wat je vandaag geleerd hebt
timer
1:00

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk

 * vlog maken (deadline 14-02-2025)
* toets woensdag 19 februari 2025
*Online leeromgeving (ELO) oefenen
* Maken blz 99 opgave 23 en 24

Slide 28 - Diapositive

Kijk op ELO in je boek 
Slim stampen oefeningen

Slide 29 - Diapositive