Ec. Bekeken 4TL: 4.7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4.7 Economisch beleid

Planeconomie

Er zijn landen waar de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. Van marktwerking is geen sprake. 

Zo’n economie noem je een planeconomie.

China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog.

Vrije markteconomie

• Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt met regels of wetgeving, is een vrijemarkteconomie.
• Vaak worden de Verenigde Staten als voorbeeld gezien.

• Maar een honderd procent vrijemarkteconomie komt nergens voor, want overal is er wel een overheid die maatregelen neemt.

Krimpende overheid

Deregulering:

Minder regels voor de particuliere sector.

Vrije markteconomie:

Producenten en consumenten bepalen wat, hoeveel en voor welke prijs er wordt geproduceerd. Vraag en aanbod spelen een belangrijke rol.

Maar waar staat Nederland dan?

Er tussenin, oftewel een gemende economie of een georiënteerde markteconomie.

VB: Supermarkten die elkaar overnemen. Wat als dat wel mocht?

Hoe grijpt de overheid in?

• Kwaliteitseisen
• Maximumprijzen voor sommige producten (medicijnen)
• Toeslagen/subsidies/accijnzen
• Bijstand 

Deregulering

-Minder regels voor de markt

Nadeel:

Bedrijven hebben meer macht.

Regulering

-Meer regels door de overheid.

-Wetten en regels

Voordeel:

De overheid zorgt dat het voor iedereen betaalbaar blijft. 

Wat is een open economie?

Waar denk je aan bij economische groei?

Waarom is een lage rente (bijvoorbeeld om geld te lenen) goed?