b6 Het hormoonstelsel 2023

Inhoud les:
Samen
- Terugblik b5 weg die impulsen afleggen (huiswerk)
- Uitleg b6 hormoonstelsel

Zelf
-> Lesson Up hormoonstelsel 
-> Opdrachten studiewijzer
-> Uitleg b5 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Inhoud les:
Samen
- Terugblik b5 weg die impulsen afleggen (huiswerk)
- Uitleg b6 hormoonstelsel

Zelf
-> Lesson Up hormoonstelsel 
-> Opdrachten studiewijzer
-> Uitleg b5 

Slide 1 - Diapositive

Het hormoonstelsel

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke verschillende hormoonklieren er zijn.

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een hormoonklier en een gewone klier

Je kent de functie van de verschillende hormoonklieren.

Je kent de werking van de verschillende hormonen

Slide 3 - Diapositive

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 4 - Diapositive

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 5 - Diapositive

werking van hormonen 
hormonen beïnvloeden:
  • groei, 
  • ontwikkeling 
  • stofwisseling

Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen 

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)

Slide 6 - Diapositive

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren

Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 7 - Diapositive

Hormonen die je moet kennen:
1  Hormoon  van de hypofyse
3 Schildklierhormoon
5 Adrenaline
6 Insuline
6 Glucagon
7 Vrouwelijke geslachtshormonen
8 Mannelijke geslachtshormonen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hypofyse
  1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  2. Het maakt het groeihormoon
  3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 10 - Diapositive

Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren 
9.1 

Slide 11 - Diapositive

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 12 - Diapositive

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie

Slide 13 - Diapositive

geslachthormonen vrouw
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 14 - Diapositive

geslachthormonen man
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de teelballen
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • testosteron

Slide 15 - Diapositive

De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon



voor constanthouding bloedsuikerspiegel

(zorgt ervoor dat er altijd ongeveer evenveel suiker 

in je bloed is)

Slide 16 - Diapositive

insuline
  • Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven. 
  • insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed is nu lager!
             glucose => glycogeen

Slide 17 - Diapositive

glucagon
  • Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordter glucagon afgegeven.
  • Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
          glycogeen => glucose

Slide 18 - Diapositive

suiker gehalte in het bloed wordt lager
glucose gehalte in het bloed wordt hoger
Insuline. Maakt van glucose: glycogeen. Het suiker gehalte in het bloed wordt lager
eilandjes van Langerhans in de alvleesklier
glucagon
Maakt van g;ycogeen weer glucose => suiker gehalte wordt hoger
lever
glucose
glycogeen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Vidéo


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 22 - Quiz

Hoe heet het mannelijk groeihormoon?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Oestrogeen
D
Melatonine

Slide 23 - Quiz

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 24 - Quiz

Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose

Slide 25 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 26 - Quiz

Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline

Slide 27 - Quiz

Hoe heet het slaaphormoon dat bepaalt hoe laat je s' avonds slaap krijgt?
A
Neuronen
B
Melatonine
C
De hypofyse
D
Het groeihormoon

Slide 28 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 29 - Quiz

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quiz

Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 31 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 32 - Quiz

Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.

Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?

A
glucagon
B
melatonine
C
schildklierhormoon
D
adrenaline

Slide 33 - Quiz

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 34 - Quiz

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 35 - Quiz

Nr. 3
Hormoonklier
Functie
A
hypofyse invloed op de groei
B
schildklier invloed op de stofwisseling
C
bijnier sneller kunnen reageren
D
alvleesklier invloed op hoeveelheid suiker in het bloed

Slide 36 - Quiz

Waar bevindt zich de schildklier?
A
boven op de nieren
B
in de voortplantingsorganen
C
in de hals tegen de luchtpijp aan
D
in de alvleesklier

Slide 37 - Quiz

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 38 - Quiz

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 39 - Question de remorquage

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
adrenaline
B
schildklierhormoon
C
insuline
D
hypofyse hormoon

Slide 40 - Quiz

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 41 - Question de remorquage

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 42 - Quiz

Biologie voor Jou: zie studiewijzer
Boek deel 4A Thema Regeling  basisstof 6
Lz b6 Het hormoonstelsel
(blz 147 t/m 148 )

Kennis: 1 t/m 3 (vanaf blz 149)
Samenvatting: 4
Inzicht: 5 t/m 7

Verlengde instructie

Slide 43 - Diapositive