3.1 Hoe kom je aan werk?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 3.1 Hoe kom je aan werk?
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van economie en je schrift van economie. 

Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerkcontrole.

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kan solliciteren

- weet je waarom scholing nodig is

- kun je gegevens aflezen uit een cirkeldiagram en staafdiagram

- Weet je wat het nut is van arbeidsverdeling

- ken je het verschil tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Weeg oplossingen tegen elkaar af en kies beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:

- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- Vervult verschillende rollen

3. Mini-check + arrangementen

4. Instructie

Had je alle 4 de vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdrachten 43 t/m 56.

Had je 2/3 vragen goed: dan luister je mee naar de basisinstructie. Daarna kan je zelfstandig aan het werk.

Had je 0/1 vraag goed: dan doe je mee met de basisinstructie en maken we daarna nog een aantal opgaven samen.

Solliciteren

Vacature 

Als een bedrijf een baan heeft waarvoor iemand wordt gezocht is dat een vacature.

 

https:

Het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid noemen we

1. De beroepsbevoling
2. De samenleving
3. De arbeidsmarkt
4. De beroepsmarkt

De Arbeidsmarkt

• Bedrijven 
• (die medewerkers hebben en/of zoeken)

• Mensen 
• (die werken of op zoek zijn naar werk)

• Ongeschoold werk
  
• werk waar je geen opleiding voor nodig hebt

• Scholing
  
• beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan

• Geschoold werk
  
• werk waarvoor je beroepsopleiding of cursus nodig hebt

Kay wil solliciteren op een baan als auto-ontwerper. Kay is...

1. aanbod van arbeid
2. vraag naar arbeid

Voor welke baan heb je scholing nodig?

Scholing 

Geen scholing

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht noem je een....

1. Werkgever
2. Sollicitatie
3. Vacature
4. Scholing

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

Grafieken lezen 

Vraag 8a.

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.

Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

26% van de 160.000

26% : 100 x 160.000= 41.600 jongeren

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren werken in horeca?

Deeltijdbaan

Voltijdbaan

• Fulltimebaan
  

• Parttimebaan
  

• 36-40 uur per week
  

• minder dan 36 uur per week
  

Arbeidsverdeling 

Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. Dit noem je arbeidsverdeling.

Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?

1. Deeltijdbaan
2. Voltijdbaan
3. Duobaan
4. Vrijwilligerswerk

5. Begeleid inoefenen

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig paragraaf 3.1 opdracht 1 t/m 15 op bladzijde 68 t/m 71.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.

Daarna maak je de rekenopgaven 'grafieken aflezen' op blz 94. Opdracht 5 t/m 8

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- weet je wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kan solliciteren?

- weet je waarom scholing nodig is?

- Weet je wat het nut is van arbeidsverdeling?

- ken je het verschil tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan?

Huiswerk

Huiswerk:

Maandag 20 december                                         

3.1 opdracht 1 t/m 15