H9.2 + 9.3 2324

H9.2 + 9.3
2324
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H9.2 + 9.3
2324

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

Welke oorzaak van criminaliteit herken je in dit filmpje?

Slide 3 - Question ouverte

5 belangrijke oorzaken van crimineel gedrag:
-Slechte opvoeding
-Groepsdruk
-Alcohol of drugs
-Spijbelen en schooluitval
-Biologische factoren

Slide 4 - Diapositive

Maatschappelijke oorzaken van crimineel gedrag

Slide 5 - Diapositive

Slechte leefomstandigheden 

Slide 6 - Diapositive

Minder strenge normen


de normen en waarden van mensen zijn anders dan vroeger. 
we vinden zaken steeds 
sneller normaal.

Slide 7 - Diapositive

Weinig controle 
  • mensen letten minder op elkaar.

  • in een stad letten mensen nog minder op elkaar dan op het platte land.



pakkans
De kans om in een grote stad opgepakt te worden voor een overtreding of misdrijf is kleiner dan op het platteland 

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Wat valt op?

Slide 10 - Diapositive

Wat valt op?

Slide 11 - Diapositive

Bespreken huiswerk

Slide 12 - Diapositive

9.3 Theorieën over criminaliteit

Slide 13 - Diapositive

Lezen 9.3
Maken samenvatting en begrippenlijst
9.1 9.2 9.3
blz. 188-189
blz. 190-191

Slide 14 - Diapositive

Wat is criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 15 - Quiz

Principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven zijn:
A
Normen
B
Gedragsregels
C
Waarden
D
Rechtsregels

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de gevolgen van criminaliteit die zichtbaar zijn en in geld zijn uit te drukken?

Slide 17 - Question ouverte

Een land waarin de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wet zijn vastgelegd noem je:

Slide 18 - Question ouverte

Voor wie telt het jeugdstrafrecht?
A
Voor de 12 tot 18 jarige
B
Voor de 16 tot 23 jarige

Slide 19 - Quiz