Chapitre1:vocaA+voorzetsel

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Sleep de juiste vertalingen  naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
raconter
expliquer
nul
le voyage
pendant
waardeloos

vertellen
uitleggen


tijdens
de reis

Slide 3 - Question de remorquage

Food groups
l'Espagne
Les Pays-Bas
l'Allemagne
l'Angleterre
La Belgique

Slide 4 - Question de remorquage

timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 5 - Question de remorquage

Explication
Het voorzetsel voor een stad/dorp/land

Slide 6 - Diapositive

à = naar, in
Dit gebruik je altijd voor een stad of een dorp

exemples:

J'habite à Paris = ik woon in Parijs
Elle va à Paris = zij gaat naar Parijs

Slide 7 - Diapositive

en = naar, in
Dit gebruik je altijd voor een land, dat vrouwelijk is

exemples:

J'habite en France = ik woon in Parijs
Elle va en Espagne = zij gaat naar Spanje

Slide 8 - Diapositive

en = naar, in
Hoe weet je of een land vrouwelijk is?




Slide 9 - Diapositive

en = naar, in
Hoe weet je of een land vrouwelijk is?



Als een land eindigt op een e, dan is het land vrouwelijk:
la Hollande - la France - l'Italie - la Suède - la Belgique

Slide 10 - Diapositive

au = naar, in
Dit gebruik je altijd voor een land, dat mannelijk is

exemples:

J'habite au Portugal = ik woon in Portugal
Elle va au Danemark  = zij gaat naar Denemarken

Slide 11 - Diapositive

au = naar, in
Hoe weet je of een land mannelijk is?



Als een land eindigt op een medeklinker, dan is het land mannelijk:
le Portugal - le Vietnam - le Danemark

Slide 12 - Diapositive

aux = naar, in
Dit gebruik je altijd voor een land, dat mannelijk is en meervoud

exemples:

J'habite aux Pays-Bas = ik woon in Nederland
Elle va aux Etats-Unis = zij gaat naar de VS

Slide 13 - Diapositive

DUS?

à => stad/land
en => vrouwelijk land
au => mannelijk land
aux => mannelijk en meervoud

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

J'ai compris!
0100

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Lien

Fini?
wat: ex 13e

Fini?
apprendre: voca B (Slim stampen)

Slide 18 - Diapositive