leesvaardigheid klas 3

Lire
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lire

Slide 1 - Diapositive

Binnenkort een leestoets! 
Dus we gaan extra oefenen met lezen...

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Standaard woordenschat
  • Dagen van de week
  • Maanden
  • Vraagwoorden
  • Getallen
  • Basis voca

Slide 7 - Diapositive

Mettez dans le bon ordre.
__________
__________
__________
__________
__________
__________
__________
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche

Slide 8 - Question de remorquage

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober

Slide 9 - Question de remorquage

janvier
septembre
juillet
aout
il fait froid
décembre
avril
il fait chaud

Slide 10 - Question de remorquage

les parents
trop bien
le soir
nul
le matin

Slide 11 - Question de remorquage

timide
méchant
content
sympa
calme
drôle
grand
petit
cher
roux
blond
célèbre
intelligent
français
blond
beroemd
grappig
klein
rossig
gemeen
blij
Frans
verlegen
aardig
slim
groot
duur
kalm

Slide 12 - Question de remorquage

niet
nooit
nog niet
niet meer
niets
ne ... plus
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... pas
ne ... pas encore

Slide 13 - Question de remorquage

Leestoets
noteer op het papier je antwoorden en kijk ze na afloop van de lesson-up les bij de docent na 

Slide 14 - Diapositive

Tekst 1

Slide 15 - Diapositive

Tekst 1

Slide 16 - Diapositive

Tekst 1
Hakim
Katy
Bruce
Marianne

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Tekst 2

Slide 19 - Diapositive

Tekst 2
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi

samedi
dimanche

Slide 20 - Diapositive

tekst 3 

Slide 21 - Diapositive

tekst 4 

Slide 22 - Diapositive

tekst 5 

Slide 23 - Diapositive

tekst 6 

Slide 24 - Diapositive

tekst 7 

Slide 25 - Diapositive

qui
quand
combien
pourquoi

Slide 26 - Question de remorquage

hoeveel
met
nu
omdat

combien

avec
maintenant
parce que

Slide 27 - Question de remorquage

mais
toujours
avec
maintenant
beaucoup
combien
altijd
nu
hoeveel
met
veel
maar

Slide 28 - Question de remorquage

kijk je handgeschreven  antwoorden na bij de docent. 

Klaar met de opdrachten?
Dan ga je van Chapître 5 de woorden van A herhalen en de woorden van B leren (P38).
Dit mag met;
- slim stampen via de site van Grandes Lignes
- StudyGo
- met je boek :)


Slide 29 - Diapositive