Nieuwsbegrip : verkiezingen
Nederland mag weer stemmen!
1 / 13
Éléments de cette leçon
Nederland mag weer stemmen!
Slide 1 - Carte mentale
Inleiding.
Waar gaat de inleiding over?
Waar gaat de inleiding over?
A
De minister
B
Politieke partijen
C
Reclame maken
D
Over de verkiezingen op 17 maart
Slide 2 - Quiz
De tweede kamer.
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?
A
Kinderen
B
Alle mensen boven de 18 jaar
C
De koning
D
Leerkrachten
Slide 3 - Quiz
Politieke partijen
Hoe weet je dat niet alle politieke partijen dezelfde dingen belangrijk vinden?
Hoe weet je dat niet alle politieke partijen dezelfde dingen belangrijk vinden?
A
Omdat elke politieke partij zijn eigen plannen heeft
B
Omdat er alleen plannen zijn voor scholen
C
Omdat alle mensen bij een politieke partij horen
Slide 4 - Quiz
Campagne voeren.
Hoe maken partijen reclame voor zichzelf?
Hoe maken partijen reclame voor zichzelf?
A
film op tv, boek schrijven, poster
B
boek schrijven, radio en tv, film op tv
C
posters, filmpjes op internet, radio en tv
Slide 5 - Quiz
Stemmen.
Door corona gaat stemmen anders dit jaar. Wat is er anders dit jaar?
Door corona gaat stemmen anders dit jaar. Wat is er anders dit jaar?
A
Alleen mensen die 18 of 70 jaar zijn mogen stemmen
B
Mensen van 70 jaar of ouder mogen via de post stemmen
C
Mensen moeten op 1 partij stemmen
D
Kinderen mogen dit jaar ook stemmen
Slide 6 - Quiz
Nederland heeft 17 miljoen inwoners. Wat betekent de inwoners?
A
Iemand die ergens wil gaan werken
B
Iemand die op vakantie gaat
C
Iemand die ergens woont
Slide 7 - Quiz
De mensen van Nederland bepalen wie er in de Tweede kamer mag zitten. Wat betekent bepalen?
A
beslissen, kiezen
B
nadenken, bedenken
C
ontdekken, onderzoeken
Slide 8 - Quiz
Elke partij heeft zijn eigen plannen. Bijvoorbeeld plannen voor vluchtelingen. Wat betekent vluchtelingen?
A
Iemand die naar een land verhuist voor zijn werk
B
Iemand die op vakantie gaat naar een ander land
C
Iemand die uit een ander land gevlucht is
Slide 9 - Quiz
' Die partij heeft dan meer macht dan de andere' Wat betekent macht hebben?
A
aardig zijn
B
belangrijk zijn
C
heel boos worden
D
honger hebben
Slide 10 - Quiz
' Daarom voeren de partijen campagne'. Wat betekent campagne voeren?
A
Dieren eten geven in de dierentuin
B
Ergens beter in zijn dan de anderen
C
Reclame maken voor wat je graag wilt
Slide 11 - Quiz
Noem een weetje uit de tekst
Slide 12 - Carte mentale
Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃
