H2 ongevallen en rampen 2.1 en 2.2

H2 ongevallen en rampen 


2.1 Wat is een ongeval.
2.2 Waardoor ontstaan ongevallen?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NwederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

H2 ongevallen en rampen 


2.1 Wat is een ongeval.
2.2 Waardoor ontstaan ongevallen?

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les

* Weten wat een ongeval is.
* Weten wat een ramp is.
* Weten wat het verschil is tussen een onveilige handeling en een onveilige situatie

Slide 2 - Diapositive

Wat is een ongeval?
Een ongeval is een ongewenste gebeurtenis.
Een ongeval is altijd met schade of letsel

Een bijna ongeval is een onverwachte gebeurtenis die maar net goed ging.
Er is dan geen schade of letsel
( vraag 1)

Slide 3 - Diapositive

Wat is een ramp?
Een ramp is velen malen erger en groter dan bij een ongeval.
Er is altijd letsel of schade en soms zelfs doden.

Een voorbeeld van een ramp is het neerstorten van een vliegtuig. 

(Startopdracht)

Slide 4 - Diapositive

Ongeval met schade
De situatie: (opdracht 3)

1. Je struikelt over het randje van het kleed. De kopjes vallen op de grond. Dit is een ongeval.
2. Door het ongeval is er schade. De kopjes zijn kapot.
3. Een ongeval kan ook anders aflopen. Je kunt gewond raken. Dit noem je letsel.
4. Door het ongeval is er letsel. Je hebt je enkel verzwikt. 

Slide 5 - Diapositive

Een bijna ongeval
Gebeurt er een bijna ongeval?

Neem maatregelen om te voorkomen dat dit weer gebeurt.

Maatregel 1: Stop met het gevaarlijke werk.
Maatregel 2: Meld het aan je stagebegeleider.
(vraag 2)

Slide 6 - Diapositive

Waardoor ontstaan ongevallen?

Ongevallen kunnen ontstaan als je onveilig handelt of als er een onveilige situatie is.


Slide 7 - Diapositive

Onveilig handelen
De situatie: 

Je tilt te zware voorwerpen. 
Dit is onveilig handelen. 
Je kunt het niet meer houden.
Het voorwerp valt op je hoofd. 

Slide 8 - Diapositive

Onveilige situatie
De situatie:

Er lekt gas.
Dit is een onveilige situatie.
Er is brand en explosiegevaar.

Slide 9 - Diapositive

Het verschil
Bij een onveilige handeling doe jij zelf iets waardoor het onveilig wordt. Bijvoorbeeld te zwaar tillen boven je hoofd.

En bij een onveilige situatie is de omgeving waarin jij werkt niet veilig. Dit ligt buiten jouw schuld. 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag! 

Start op bladzijde 21.

Maak de startopdracht + opdracht 1 tot en met 6.

Slide 11 - Diapositive