Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk woord past bij al deze 4 foto's?
Slide 2 - Question ouverte
Hoofdstuk 5: Migratie
een eerste kijk naar migratie
- Wat is migratie?
- Wie migreren er en waarom?
Slide 3 - Diapositive
Wat is migratie?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
5.1 Migratie in de wereld
3 havo
Slide 6 - Diapositive
Lesdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Slide 7 - Diapositive
Wereldwijd 250 miljoen internationale migranten
Slide 8 - Diapositive
Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen ander land
Verlaten = emigrant
Vestigen = immigrant
Slide 9 - Diapositive
Migratiepatroon Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant
-> Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.
In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten
-> Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.
Slide 10 - Diapositive
Nederland is voor immigranten een....
A
vertrekgebied
B
vestigingsgebied
Slide 11 - Quiz
Waarom migreren mensen denk jij?
Slide 12 - Carte mentale
Waarom migreren mensen?
Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
Politieke redenen: vluchtelingen
Ecologische redenen:
Slide 13 - Diapositive
Welke vorm van migratie verplaatst zich voornamelijk op deze manier?
Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland?
Slide 14 - Diapositive
Ecologische redenen
Natuurrampen
overstromingen, tornado's,
aardbevingen etc.
Slide 15 - Diapositive
Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?
Slide 16 - Question ouverte
Aspiraties en mogelijkheden
Waar komen migranten vandaan?
Middeninkomenlanden zoals:
Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen
hoge opleiding
niet uit de arme families.
Slide 17 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met dit woord: aspiraties Geen idee? Zoek het op in het Van Dale woordenboek, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf
Slide 18 - Question ouverte
Welke mensen uit die landen?
jonge mensen
hoger opgeleid
mensen met geld
mensen met contacten
Slide 19 - Diapositive
Kettingmigratie en migratienetwerken
Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie
Slide 20 - Diapositive
Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld
Slide 21 - Question ouverte
Lesdoel 1: Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn. Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
Ja
B
Nee
C
weet ik niet
Slide 22 - Quiz
Lesdoel 2: Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt. Is dit lesdoel volgens jou behaald?