Vraagwoord Quel h2

Quel, quelle, quels, quelles
Welke / wat
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Quel, quelle, quels, quelles
Welke / wat

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je 'quel'?
- Als de betekenis is 'wat/ welke'
- Als er direct een zelfstandig naamwoord achter staat.
- Als er direct een vorm van 'être' achter staat. In dat geval kijk je naar het zelfstandig naamwoord verderop in de zin. 
(Je suis, tu es, il/elle est, nous sommes, vous êtes, ils/elles sont)

Slide 2 - Diapositive

Quel, quelle, quels, quelles
Waarom bij de 1e zin quel en bij de 2e zin quelles

1. Quel camping est-ce que tu prérères?
2. Tu as visité quelles villes?

Slide 3 - Diapositive

Vraagwoord : quel




Kijk naar het zelfstandig naamwoord:
1. mannelijk of vrouwelijk?
2. enkelvoud of meervoud?

Slide 4 - Diapositive


3. Le magasin ouvre à ....... heure?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 5 - Quiz

Tu es dans....... collège (m)?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 6 - Quiz

....................voitures (v mv) sont les plus belles?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 7 - Quiz

........... hobby (m) as- tu?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 8 - Quiz

Quel, Quelle, Quels, Quelles
Waarom bij de eerste zin quel en bij de tweede zin quelles?

1. Quel est votre nom?
2. Quelles sont les actrices principales?

Slide 9 - Diapositive


1. .......... sont les plus belles plages (v mv) de la région?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 10 - Quiz


2. ........ est ton meilleur souvenir (m) de vacances?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 11 - Quiz


4. ........ sont les acteurs principaux (m mv) du film Camping 3?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 12 - Quiz

............est ton livre (m) favori?
A
Quel
B
Quelle
C
Quels
D
Quelles

Slide 13 - Quiz

Ik begrijp hoe ik het vraagwoord 'quel' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage