flexuur

• coach
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Deutsch

persoonlijke voornaamwoorden

vertaal in het Duits:
u
jij
hij
jullie

ik

jij

hij

zij

du

ich

sie

er

Ich ..............Hunger!

1. habbe
2. habe
3. hast
4. hat

(haben) ..............du Hausaufgaben?

1. habe
2. habbe
3. hast
4. hat

Er (haben) .....................nie Zeit!

1. hat
2. hast
3. habe
4. habbe

Max (haben) ..................eine Schwester.

1. hast
2. habe
3. haben
4. hat

Ich (sein) .........krank.

1. ist
2. bin
3. bist
4. seid

(sein) .................du fünfzehn Jahre alt?

1. bint
2. ist
3. bist
4. sind

(sein) ................ihr in der Schule?

1. sind
2. seid
3. ist
4. bist

Frau Janssen, (sein) ...........Sie verheiratet?

1. sein
2. seid
3. sind
4. seint

Welke werkwoord is het lastigste?

haben

sein

Hoe kun jij het werkwoord leren?

Schrijf in het Duits:
twee
zeven
tien
twaalf

voltooid deelwoord van kaufen

1. kauft
2. gekauft
3. gekaufd
4. kaufdt

voltooid deelwoord van
studieren
arbeiten
wohnen

Toetsen: 

Leertoets: dagen, rangtelwoorden

                    woorden

                    am-im-um

                    voltooid deelwoord    ge ....wohn .....t

schrijftoets

kijk/luistertoets

Wat is een valkuil met leren voor een toets?

1. De leerstof alleen overlezen
2. De laatste avond beginnen met leren
3. Alles in 1 x leren
4. alleen tijdens de les op school leren

Eigen keuze: Wat is jou leerdoel?

A) Werkwoorden haben/sein leren

B) Woorden overschrijven,  leren en oefentoets maken

C) Getallen overschrijven, leren en oefentoets maken

D) Opdrachten maken in de digitale methode:

    Lektion 4, Aufgabe 10, 11, 12, 13

    Lektion 5, Aufgabe  7, 8, 9

Rood = ich habe eine Frage

    

der-die-das

m      der

v        die

o       das

mv    die

-> woorden invullen

-> Großbuchstabe

-> Schrijf in je schrift + vertaling