1.4 Goden en mummies

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

§1.4 Goden en mummies

Jagers en verzamelaars

Deze les 

• Leerdoelen 1.4
• Uitleg 1.4
• Aan de slag / huiswerk 

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de Egyptenaren hun goden vereerden en uitleggen waarom ze dat belangrijk vonden.
  
• Je kunt beschrijven hoe de Egyptenaren dachten over het leven na de dood.
  
• Je kunt uitleggen om welke twee redenen de farao belangrijk was in de godsdienst van de Egyptenaren.

Polytheïsme

= Het geloof in meer dan één god.

Monotheïsme 

= Het geloof in één god

Goden vereren belangrijk

• Goden regelen alles in leven mens & natuur
  
  
• Hoe komt het dat er een aardbeving is? Waar komt bliksem vandaan?
  
  
• Men gaat natuurverschijnselen verklaren aan de hand van goden.

Natuurgodsdienst

• Godsdienst waarin natuur wordt vereerd
  

Bijv.:

• De zon
• De Nijl
• Dieren
• De dood

Goden tevreden houden

• Anders... Chaos en rampen

• Hoe tevreden houden?
• Offers brengen in tempels... wat voor offers?
• Alleen door priester

Leven na de dood (hiernamaals)

• Dodenrijk

• Als je goed had geleefd
• Als je lichaam bewaard bleef --> mummificeren

• Spullen mee nemen --> eten, drinken, slaven, huisdieren...

De Farao

De Farao was:

• Legeraanvoerder
• Hoogste priester
• Hoogste rechter

Farao belangrijke rol in Godsdienst

2 redenen:
1. Zorgen voor voorspoed (welvaart, geluk);

• Tempels laten bouwen
  
• Aanstellen priesters die offers brachten
  

2. Farao werd vereerd als zoon van de zonnegod

• Speciaal graf --> Piramide 

Verschil tussen arm en rijk

Rijke Egyptenaren werden gemummificeerd en begraven in prachtige tombes en graven.

Arme Egyptenaren werden verder in de woestijn begraven.

Wanneer begonnen de Egyptenaren het hiërogliefen schrift te gebruiken?

1. 20.000 v.C.
2. 3100 v.C.
3. 300 n.C.
4. 10.000 v.C

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:

Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.

1. Hiërogliefen
2. Belasting
3. Staat
4. Irrigatielandbouw

Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel

1. Juist
2. Onjuist

Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan

1. Juist
2. Onjuist

Een nieuw beroep was bijvoorbeeld

1. Timmerman
2. Wever
3. Pottenbakker
4. Boer

Een ambtenaar in het oude Egypte hielp de ...?... met het uitvoeren van het bestuur

1. Prins
2. Farao
3. Leider
4. Keizer

Welke fase van overstroming is te zien op het tweede plaatje?

1. Overstromingstijd
2. Zaaitijd
3. Oogsttijd

Waarvoor werden piramides gebruikt?

1. woning van de Farao
2. begraafplaats van de Farao
3. Tempel voor de zonnegod Ra
4. Tempel voor de god van de dood Osiris

De farao werd gezien als zoon van de zonnegod

1. Juist
2. Onjuist

Je kon alleen naar het dodenrijk als je goed had geleefd en je lichaam bewaard bleef

1. Juist
2. Onjuist

Wie mochten offers brengen in tempels?

1. Iedereen
2. Alleen de farao
3. Alleen de priesters

Een geloof in meerdere goden noemen we polytheïsme

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag

Maak §1.4 opdracht 3 t/m 10