4.3

4.3
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3

Slide 1 - Diapositive

Hoe bereken je de netto winst?
A
Omzet - bedrijfskosten
B
bruto winst - bedrijfskosten
C
Omzet - bruto winst
D
omzet - bruto winst - bedrijfskosten

Slide 2 - Quiz

Je webshop maakt winst. De winst is voor de eigenaar van de webshop.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen

Slide 3 - Quiz

1. Een verzekeringsmaatschappij wil een diefstalverzekering voor elektrische fietsen op de markt brengen. Uit onderzoek blijkt dat er 400.000 bezitters van elektrische fietsen zijn. De verzekeringsmaatschappij verwacht dat 25% van de bezitters zich verzekert. De gemiddelde dagwaarde van een elektrische fiets bedraagt € 1.500. Per jaar worden er gemiddeld 5% van de elektrische fietsen gestolen.
De verzekeringsmaatschappij calculeert 10% voor kosten en winst.
Bereken de hoogte van de jaarlijkse verzekeringspremie.

A
€75
B
€77,50
C
€80
D
€82,50

Slide 4 - Quiz

Sander is zonder twijfel de luiste leerling van de klas. Was zijn boek niet kwijt, dan was hij wel ziek, afwezig, eruit gestuurd of gewoonweg aan het slapen. Welke bedrijfsvorm past het best bij hem?
A
BV
B
Eenmanszaak
C
NV
D
VOF

Slide 5 - Quiz

Wat is de arbowet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij

Slide 6 - Quiz

Wat regelt de arbowet NIET
A
werknemers een goed gevoel geven tijdens hun werk.
B
werknemers een goed salaris geven
C
werknemers veilig laten werken
D
werknemer vertellen welke werkhouding goed is

Slide 7 - Quiz

les

Slide 8 - Diapositive

Is hier een krappe of ruime arbeidsmarkt?
A
Ruim
B
Krap

Slide 9 - Quiz

Ruime arbeidsmarkt
A
Er is meer werk dan werkzoekenden
B
Er zijn meer werkzoekenden dan werk

Slide 10 - Quiz


De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 11 - Quiz


Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

A
Bedrijven en Overheid
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle

Slide 12 - Quiz