ET Frans VMBO-TL Signaalwoorden

ET Frans VMBO-TL Signaalwoorden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

ET Frans VMBO-TL Signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

"même" hoort bij het verband ...
A
oorzaak / reden
B
samenvatting / conclusie
C
toevoeging / versterking
D
volgorde

Slide 2 - Quiz

"enfin" hoort bij het verband ...
A
volgorde
B
gevolg
C
vergelijking
D
samenvatting / conclusie

Slide 3 - Quiz

"tandis que" hoort bij het verband ...
A
voorwaarde
B
tegenstelling
C
oorzaak / reden
D
uitleg

Slide 4 - Quiz

"ainsi" hoort bij het verband ...
A
uitleg
B
volgorde
C
toevoeging / versterking
D
vergelijking

Slide 5 - Quiz

"aussi" hoort bij het verband
A
vergelijking
B
gevolg
C
uitleg
D
toevoeging / versterking

Slide 6 - Quiz

"à condition que" hoort bij het verband ...
A
voorwaarde
B
oorzaak / reden
C
vergelijking
D
gevolg

Slide 7 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
aujourd'hui

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
donc

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
ensuite

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
en fait

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
en conclusion

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
parce que

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
au lieu de

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
plus tard

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal het signaalwoord:
en effet

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Je n'ai pas envie, c'est-à-dire que je n'y vais pas.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
A cause de la pluie, on est mouillés.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Malgré la situation, il s'en est bien sorti.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Tu veux aller à Paris ou à Bruxelles ?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Il est moins fort en français qu'en maths.

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Pourtant, elle aimait bien son chat.

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
On va d'abord manger.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Puis, on va au cinéma.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het signaalwoord?
Je n'aime pas les maths, car il y a trop de chiffres.

Slide 25 - Question ouverte