Hoofdstuk 4 - Operationeel leidinggeven

• Vitaliteit
• Beroepsopleiding

Hoofdstuk 4

Operationeel leidinggeven

Wat betekent operationeel lesgeven?

4.1 Taken van de leidinggevende

Taken

• Plannen en organiseren
• Coordineren
• Beslissingen nemen
• Controleren
• Delegeren
• Taakopdrachten geven
• Begeleiden
• Coachen 

Hoe voer jij een leidinggevende taak uit op je stage(bpv)?

Welke taak kan je wel delegeren als leidinggevende en welke niet?

1. Verantwoording afleggen aan het management
2. Voeren van functioneringsgesprekken
3. Bijhouden gewerkte uren van collega's
4. Ouderavond organiseren

Taak coachen

Welke coaching stijl pas je wanneer toe? 

Instruerend coachen	Medewerker nog niet bekwaam, maar wel gemotiveerd
Ontwikkelingsgericht coachen	Medewerker nog niet bekwaam en ook niet gemotiveerd
Ondersteunend coachen	Medewerkers die bekwaam zijn, maar wisselende motivatie hebben
Coachen op afstand	Medewerkers die bekwaam en gemotiveerd zijn

Wat is het doel van coachen als je een gesprek aan gaat als leidinggevende?

4.2 Effectief leidinggeven

Je wilt de organisatiedoelen realiseren tegen zo laag mogelijke kosten en met optimaal gebruik van de middelen.

Hierop zijn factoren zoals de grootte en de structuur van de organisatie, de aard van het werk en de deskundigheid van de medewerkers hierop van invloed.

Wordt er op jouw stage (BPV) effectief leidinggegeven?

1. Ja
2. Nee

4.3 Motiveren
Op welke manier ben ik gemotiveerd voor deze opleiding?

1. Intrinsieke motivatie
2. Extrinsieke motivatie

Motiveren door strokes

Als je een stroke gebruikt, dan geef je de medewerker een beloning (positief) of straf (negatief) met als doel om hem te motiveren. 

Soms geeft Aventus de docenten een thuiswerkvergoeding (stroke) van 100 euro bovenop hun maandsalaris. Dit is een motivatie door:

1. Intrinsieke motivatie
2. Beloning
3. Straf
4. Extrinsieke motivatie

4.4 Beinvloedingsstrategieën

VSAWCS-strategieën:

• Vergelijken
• Sympathie
• Autoriteit
• Wederkerigheid
• Commitment of consistentie
• Schaarste

1.VSAWCS
2.DAS-model

3.Roos van Leary