week 5 havo 4 spreken en lezen 16 september

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Bonjour à tous et toutes!

Aujourd'hui, on va:

1) Parler de tes loisirs et sports

2) Lire les textes 11 et 12

!important!

Ga vanaf nu thuis bezig met lezen en luisteren!  fragmenten en antwoorden staan op magister onder de studiewijzer Frans.  De leesteksten vind je in je boek.

In de planner staat in de twee linker blokken welke opdrachten uit DELF A2 je moet doen. Ik controleer voor de toetsweek hoe ver je bent.

Je moet de opgaven dus maken in je schrift.

De volgende regels gelden voor iedereen

-Zaken opschrijven als je dat gezegd wordt

-De juiste boeken mee en huiswerk af (huiswerk 3x niet af = strafwerk)

- Boeken niet mee --> mobiel inleveren en naar het leerplein

-Je hebt je mobiel in de tas

- Drie keer waarschuwen om mobiel = inleveren

- Je praat niet door een ander heen 

- Plassen mag alleen in de pauze tussen het blokuur

- Niet op tijd terug na 5 minuten pauze? Je komt op ''te laat'' te staan. 

* Onrust en ook onprettige werksfeer, ook voor de leerlingen die WEL hun zaken op orde hebben.

Contrôle des devoirs

Voor alle onderwerpen uit het Tableau op p.123 uit het boek DELF A2 Franse steekwoorden in je schrift zetten. 

Niet gemaakt? 

- telefoon inleveren

- achterin de klas werken

- je maakt: Franse steekwoorden én een zin voor elk onderwerp 

- het 7e lesuur doe je wel mee

Boeken niet mee  = voor beide uren niet de les in

Le planning d'aujourd'hui

Cours 1:                                                                                  Objectifs:

Faire un interview sur:                                                    Parler des sports/loisirs

- tes sports et tes loisirs                                                Poser des questions

--> raconter les résultats au classe 

Cours 2: 

Lire texte 11 et 12 + faire les questions

Un pas en arrière...

Handige woorden voor interviewvragen. Wat betekenen ze?

- 1 Que  

- 2 Quoi

- 3 Quand

- 4 Qui

- 5 Comment

- 6 Combien

Deze vraagwoorden kunnen van pas komen voor het maken van interviewvragen

Production Orale: Interview

Eerst maken we samen twee voorbeeldzinnen voor:

•  ''1 activité que vous faîtes régulièrement'
  

-Steekwoorden staan er al. Maak er een zin van.

- Werk samen en overleg

-Ga naar lessonup.app en voer de code in. 

- we maken eerst samen een Franse zin

- leerlingen moeten van Franse steekwoorden een Franse zin maken en deze invullen in LessonUp

- dat doen ze in tweetallen

- één van het tweetal logt in op LessonUp

voor zelfstandig werken: 3 minuten de tijd

voor de Franse zinnen in Lessonup; 1, 5 minuten de tijd per zin

Maak een zin in de je-vorm met:
Regarder / Netflix

Maak een zin in de je-vorm met:
faire / dessins / posters

Production orale: Interview

Un peu de réflection avant de continuer...

1 Welke woorden moeten er altijd in een zin staan?

2) Wat moest je met de werkwoorden doen in de vorige 2 opdrachten?

Bij puntje 1:

Tip om altijd een werkwoord op te schrijven bij de steekwoorden

Tijd in de les: ongeveer 13:12

Production Orale: Interview

Objectif 1: parler de tes activités et sports (p.123 DELF A2)

• maak een zin met jouw steekwoorden voor:
•  ''2 activités que vous faîtes régulièrement''
• ''les sports que vous faîtes''
• Hulp = la prof 

Klaar? --> Inspiratie voor interviewvragen: lees ''Loisirs'' p.124

Ze krijgen 5 minuten de tijd 

Er staat wat ze moeten doen als ze klaar zijn met hun zinnen: dan lezen ze alvast de vragen op p.124 onder ''Loisirs''

Belangrijk om te melden: We gaan de zinnen niet eerst bespreken voordat we doorgaan!

Production Orale: Interview

Objectif 2: Faire des questions interview

Schrijf met zijn tweeën 4 interviewvragen:

- 1 over de ''activités''

- 1 over de ''sports''

- 2 extra vragen. Mogen sports of activités gaan

- Tip: ''Loisirs'', p. 124

Rondlopen en checken hoe het vragen maken gaat

- Lukt het niet, dan is de vraag waardoor niet. 

--> doorvragen om dat duidelijk te krijgen

--> vraagwoord of woordvolgorde lastig?

--> herinner aan de vraagwoorden van begin van de les

Ze krijgen 5 minuten.

Tijd in de les op dit punt: +/- 13:25

Production Orale: Interview

Ieder van jullie heeft:

- 4 interviewvragen (2 zelfbedachte)

- 3 of meer zinnen over sport en activiteiten

Stappen:

- 1 schrijf voor de zelfbedachte vragen eerst je eigen antwoord op

- 2 voer het interview meermaals uit. Je mag je notities erbij houden

- 3 ben je interviewer? Noteer in het Frans wat je verteld wordt

*Klaar? --> Doe het opnieuw, maar zonder naar je geschreven antwoorden te kijken

--> noteren van de antwoorden = straks klassikaal kunnen vertellen wat de ander gezegd heeft.

Het hoeft niet in hele zinnen, maar wat je begrijpt. 

Production Orale: interview

Pour conclure, on va...

Raconter les résultats en français

Lees jouw notities door. Antwoordt desgevraagd op de volgende vraag:

Qu'est-ce que (prénom) t'a raconté? 

Production orale: Interview

Les objectifs:

- Vertellen over sport en activiteiten 

- Vragen hierover stellen 

Leg uit of je deze doelen behaald hebt en waarom. 

Compréhension écrite

                                                Voici le programme:

On va lire:                                                                        Objectif:

Les textes 11 et 12                                                       Je kunt korte 

                                                                                             teksten begrijpen

                                                                                             in het Frans

Les étapes de lecture

Pour lire un texte français, il faut:

1) eerste indruk van een tekst krijgen (onderwerp)

2) hoofdzaken uit de tekst halen

3)de vragen begrijpen

4) informatie zoeken bij een zoekterm

5) de tekst begrijpen

Tijd: 13:45 - 13:48

Benoem hierbij dat dit de conclusie is waar we bij voorgaande les ook op waren uitgekomen. 

Leerlingen hebben ook notities gemaakt over hoe zij een tekst lezen aanpakken

Comprendre un texte

Een tekst ''begrijpen''? Een voorbeeld:

Texte 10, question 4:

La sortie est: courte et facile / longue et facile / longue et difficile

--> ''Faire un randonnée dans le montagnes'' + ''C'est assez sportif car on va être sur les vélos toute la journée''

Les étapes de lecture

Pour lire un texte français, il faut:

1) eerste indruk van een tekst krijgen (onderwerp)

2) hoofdzaken uit de tekst halen

3)de vragen begrijpen

--> Klassikaal voor texte 11. Ga naar LessonUp en voor de code in. Eén van jullie tweetal logt in.

4 minuten voor het maken van de twee lessonup-opdrachten. Aankondigen vooraf, LessonUp regelen en nabespreken maken er +/- 8 minuten dus we hebben tot 13:58 nodig

Lees de gehele tekst 11 snel door. Noteer in het Frans drie dingen die jullie over het feest te weten komen

Ook in tweetallen

Ze krijgen 2, 5 minuut voor het lezen en beantwoorden van de vraag in LessonUp

Lees tekst 11 snel door. Let op de titel en de eerste en laatste regels. Overleg met je buur.

Wat is het onderwerp van tekst 11?

1. De verjaardag van Fred
2. De verjaardag van Sophie
3. Een dansfeest

1,5 minuut voor het maken de meerkeuzevraag

Comprendre les questions

Probeer onderstaande vragen bij texte 11 te begrijpen aan de hand van de onderstreepte zoektermen.

Question 2: Combien d'invités sont venus à l'anniversaire?

Question 3: À quelle heure la fête s'est-elle terminée?

Ze krijgen een minuut om beide vragen te begrijpen. Ze mogen overleggen in tweetallen.

Daarna vraag ik een tweetal om hun vertaling.

Bedoeling is dat ze overige vragen zelf zo vertalen en dus begrijpen

3 minuten maximaal

De bedoeling is dat ze dit procedé herhalen voor de overige vragen bij zelfstandig werken

Tot 14:05 maximaal 

Lire les textes 11 et 12

- lis le texte                          

- comprends les les questions (zoekterm)

- trouve les informations

- réponds aux questions

- aide: dictionnaire + la prof                                       Klaar? Maak texte 13, p.54

Tu travailles seul et en silence

Werk zo dat je eerst de linker rij van hulp voorziet, daarna de middelste en tot slot de rechter

Hulp komt na 5 minuten. Ze moeten eerst zelf, zonder hulp, bezig.

Hier beginnen ze op zijn laatst om 10 over 2 mee. Tot 22 over kunnen leerlingen hieraan werken. Nakijken doen we de volgende les. 

Les devoirs

- répéter les paragraphes: 1.1 - 1.2. - 1.3. - 1-4 - 1.5. - 1.6 sur Quizlet

- Boek ''Contexte'' mee en tekst 11 en 12 af