present perfect

Never have I ever .....

present perfect - past simple
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Never have I ever .....

present perfect - past simple

Slide 1 - Diapositive

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 3 - Diapositive

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 4 - Diapositive

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes (deze moet je echt leren)
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 5 - Diapositive

I ............(never to steal) something

Slide 6 - Question ouverte

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 7 - Question ouverte

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 8 - Diapositive

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 9 - Diapositive

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 10 - Diapositive

Als je iets nog nooit heb gedaan of je hebt iets altijd al willen doen 
ervaringen
is in het verleden begonnen en nog niet afgelopen
dus present perfect

Slide 11 - Diapositive

before /lately /up till now /for / for how long /just 
already /never /ever /since /so far /yet
signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 12 - Diapositive

Uitzondering
het is wel afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat ( bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 13 - Diapositive

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

He .........................(come / just) home


A
past simple
B
present perfect

Slide 16 - Quiz

I ..............(see / not) anyone yet.
A
past simple
B
present perfect

Slide 17 - Quiz

They ...........(buy) their car two years ago
A
past simple
B
present perfect

Slide 18 - Quiz

James ...................(find)
your ring in the garden yesterday.
A
past simple
B
present perfect

Slide 19 - Quiz

We ............(prepare / already) dinner.

A
past simple
B
present perfect

Slide 20 - Quiz

Mary .................(win) the lottery last year.
A
Past simple
B
present perfect

Slide 21 - Quiz

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 22 - Diapositive

He ...........(to dance) as a superhero at halloween last year

Slide 23 - Question ouverte

She .........(to buy) a new car

Slide 24 - Question ouverte

we ...........(to buy) a new car
yesterday

Slide 25 - Question ouverte

He .......(to go) to school

Slide 26 - Question ouverte

They ............(to go) to school
this morning

Slide 27 - Question ouverte

He ......(to get)a ride to school this morning

Slide 28 - Question ouverte

He .... (to get) a ride home

Slide 29 - Question ouverte

He ......(to jump) in a puddle this morning

Slide 30 - Question ouverte

Our cats ........(to sleep) in a box last night

Slide 31 - Question ouverte