kennismaking klas

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wie ben ik?

* mevrouw 

* Docent ....

* moeder ... 

* hobby's...

* aanwezig op school op din, woe en don

* bereikbaar op [e-mail]

Verwachtingen

• We komen op tijd aan in de les.
• We hebben iedere les ons boek, ons planagenda en een schrift.
• We luisteren naar elkaar en steken onze vinger op wanneer we een vraag hebben.
• We lachen elkaar niet uit, we zijn hier allemaal om iets te leren. 
  
• We hebben ons huiswerk, voordat we in de les komen, gemaakt/geleerd.
• We werken hard tijdens de les zodat je thuis niet veel hoeft te doen.
• We vragen om hulp wanneer we er zelf niet uitkomen.
  
• We maken aantekeningen als het nodig is.
• We noteren ons huiswerk op het planagenda.

Wat gaan we proberen:

Frans praten tijdens de les

Voici deux nouvelles phrases pour communiquer en classe!

 Écrivez dans votre cahier:

- Vous avez déjà corrigé l'intérro?

- Je n'ai plus de papier

Presente toi!

1.  Bonjour        (bonzjoer)

     Salut              (salu)

2. Je m'appelle... (zju mapel)

     Je suis..              (zju swie)

Dag!

Hoi!

Ik heet...

Ik ben...

Vandaag?

* nieuwe leerlingen 

* afwezigheden

*'lesson up' over je vakantie

* namen spel

* klasafspraken maken

On parle français : 

+ Comment ça va?

ça va bien/mal

+ Comment tu t'appelles?

- Je m'appelle .....

+ Tu habites où?

- J'habite à ...

ROL A

Bonjour                   (bonzjoe)

Ça va?                      (sa va?)

Comment tu t'appelles?

(komon tu tapel)

Je m'appelle ...   Au revoir!

(zje mapel ...   o rewa)

ROL B

Salut                              (salu)

Ça va bien!                 (sa va bjè)

Je m'appelle .... et toi?

(zje mapel .... ee twa?)

Au revoir                      (o rewa)

Welke woorden ken je al?

Op je tafel ligt een papier of een schrift en een pen. Schrijf met je klasgenoot zoveel mogelijk Franse woorden op die je al kent.

Ben je deze zomer op vakantie geweest?

Ja

Nee

Waar ben je naartoe geweest?

Wat is voor jou het leukste vakantieland?

Wat doe je het allerliefst tijdens een vakantie? (meerdere dingen mogen)

Omschrijf in 1 zin het leukste wat je hebt gedaan in je vakantie

Comment tu t'appelles?

Wat kun je zelf doen om dit een succesvol schooljaar te laten worden?

Hoe zorgen we er met elkaar voor dat jouw klas een leuke klas is voor iedereen?