Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
making questions with do
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
which school subjects
have you learned?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Making
questions
with
to be
or
do
Slide 6 - Diapositive
making questions
with to be or do
Slide 7 - Diapositive
wil je een vraag maken?
Dan moet je eerst kijken welk
werkwoord in de zin staat
Slide 8 - Diapositive
We are at home this afternoon
A
het werkwoord is: we
B
het werkwoord is: home
C
het werkwoord is: are
D
het werkwoord is: this
Slide 9 - Quiz
I am late for class
A
het werkwoord is: I
B
het werkwoord is: am
C
het werkwoord is: late
D
het werkwoord is: for
Slide 10 - Quiz
Peter is always in time
A
het werkwoord is: is
B
het werkwoord is: always
C
het werkwoord is: in
D
het werkwoord is: time
Slide 11 - Quiz
Het werkwoord
is hier
am
are
is
Dit is het werkwoord :
to Be
Slide 12 - Diapositive
Als we een vraag maken komt : am / are / is aan het begin van de zin
they
are
late
are
they late?
he
is
12 years old
Is
he 12 years old?
I
am
at home
Am
I at home?
Slide 13 - Diapositive
Soms heb je zinnen zonder am / are / is
Kijk weer goed wat het werkwoord is
Slide 14 - Diapositive
they always watch a lot of television
A
het werkwoord is: they
B
het werkwoord is: watch
C
het werkwoord is: a lot of
D
het werkwoord is: always
Slide 15 - Quiz
Mary often eats pizza for lunch
A
het werkwoord is: often
B
het werkwoord is: pizza
C
het werkwoord is: eats
D
het werkwoord is: for
Slide 16 - Quiz
I go home after my classes
A
het werkwoord is: go
B
het werkwoord is: home
C
het werkwoord is: after
D
het werkwoord is: classes
Slide 17 - Quiz
My parents fly to Spain this afternoon
A
het werkwoord is: my parents
B
het werkwoord is: to Spain
C
het werkwoord is: this
D
het werkwoord is: fly
Slide 18 - Quiz
Peter really likes cake and ice cream
A
het werkwoord is: really
B
het werkwoord is: cake
C
het werkwoord is: likes
D
het werkwoord is: ice cream
Slide 19 - Quiz
de werkwoorden zijn hier :
watch
eat
go
fly
like
het werkwoord is dus geen am/ are/ is. Je kunt nu de vraag
niet
maken door het werkwoord aan het begin van de zin te zetten.
Slide 20 - Diapositive
Om de vraag te maken zet je aan het begin van de zin : Do of does
Hoe kies je tussen do of does?
Slide 21 - Diapositive
I do
you do
he
does
she
does
it
does
we do
you do
they do
Do * I
* you
* we
* they
* het onderwerp is meervoud
Does * he
* she
* it
* woorden die je in de plek kunt zetten van he /she /it
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Question de remorquage
Slide 24 - Question de remorquage
... they always watch a lot of television
A
do
B
does
Slide 25 - Quiz
... Anne often eats pizza for lunch
A
do
B
does
Slide 26 - Quiz
... I go home after my classes
A
do
B
does
Slide 27 - Quiz
.... my parents fly to Spain this afternoon
A
do
B
does
Slide 28 - Quiz
Dus als je een vraag maakt van zinnen waar geen
am/ are /is
in staat
Zet je do of does aan het begin van de zin
They eat an apple
Do
they eat an apple?
I sleep a lot
Do
I sleep a lot?
We go to Spain
Do
we go to Spain?
Slide 29 - Diapositive
Zijn we nu klaar?
Nee
als je een vraag maakt van zinnen waarin het werkwoord niet am is of are is moet je altijd
2
dingen doen
Slide 30 - Diapositive
1
zet do of does aan het begin van de zin om de vraag te maken
2
Het werkwoord in de zin zet je terug in de oorspronkelijke vorm : het wordt weer het hele werkwoord
Slide 31 - Diapositive
2
Mary
eats
an apple
Het werkwoord : eats moet terug in de oorspronkelijke vorm
wordt weer :
eat
(de s verdwijnt)
Does
Mary
eat
an apple?
Slide 32 - Diapositive
Mary often eats pizza for lunch
A
Do Mary often eat pizza for lunch?
B
does Mary often eat pizza for lunch?
C
Do Mary often eats pizza for lunch?
D
does Mary often eats pizza for lunch?
Slide 33 - Quiz
Peter really likes cake and ice cream
A
does Peter really likes cake and ice cream?
B
does Peter really like cake and ice cream?
C
do Peter really likes cake and ice cream?
D
do Peter really like cake and ice cream?
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
... Peter really like cake and ice cream?
A
do
B
does
Slide 36 - Quiz
we love watching 'the masked singer'?
A
Do we loves watching 'the masked singer'?
B
does we love watching 'the masked singer'?
C
Do we love watching 'the masked singer'?
D
does we loves watching 'the masked singer'?
Slide 37 - Quiz
The end!
Slide 38 - Diapositive
Alright then....
DO you have a question?
Slide 39 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
vragen maken in de tegenwoordige tijd
Juillet 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
making questions with do
Avril 2020
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
vragen maken in de tegenwoordige tijd
Novembre 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Mavo 1 - lesson 6
Décembre 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Lesson 3 + 4
Mai 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
vragen maken in de tegenwoordige tijd
Novembre 2021
- Leçon avec
43 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
H1BK1 blz 100 Vragen / ontkenningen in tegenwoordige tijd
Mars 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
T1A present simple questions
Novembre 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1