Komma, dubbele punt, aanhalingstekens

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Startopdracht

Is het onderstreepte woord een voorzetsel of bijwoord?

Wat gaan we doen?

We gaan oefenen met komma's, dubbele punt en aanhalingstekens

Gebruik van leestekens

Een zin eindig je met een punt, vraagteken (vraagzin) of uitroepteken (voor extra nadruk)

Een komma plaats je: 

• tussen twee persoonsvormen;
• tussen delen van een opsomming. Vb. Ik neem een emmer, schepje en tas mee. 
• Tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin. Vb. Teun, let eens op!
• voor verbindingswoorden doordat, maar, nadat, omdat, voordat, zodat, terwijl, want, zodra
•         Een komma plaats je niet bij 'en' en 'of'.

               

             dagen, maanden, seizoenen en windstreken krijgen GEEN hoofdletter

Gebruik dubbele punt

1. een opsomming -> Harry is gek op sporten: voetbal, zwemmen en volleyballen.
2. een toelichting -> We eten elke dag verse groenten: dat is gezond.
3. een citaat -> Harry zei: "Ik ga alvast eten."

Directe en indirecte reden

1. Directe reden: je geeft iemands woorden letterlijk weer.              - > citeren.

Hij zei: "Ik ben gek op Italiaans eten."
"Hij is gek op Italiaans eten", zei hij.  - > geen aanhalingstekens

Directe en indirecte reden

2. Indirecte reden 

        Geen aanhalingstekens of dubbele punten.

Directe reden: Harry zei: "Ik ga alvast."

Indirecte reden: Harry zei dat hij alvast ging."

Zelf aan de slag...

Maak opdracht 

1

2

3 ( zin 1 en 2)

4 (zin 3 en 4)

6 (hele woord opschrijven)

Uitwerkingen opdracht 1 blz. 184

Uitwerkingen opdracht 2 blz. 185

Uitwerkingen opdracht 3 blz. 185

Je kunt nu:

- komma's correct gebruiken en 

- je weet dat je dubbele punt en aanhalingstekens gebruikt bij citaten.