Noël_jaar 2 en 3_Ing

1 / 39
suivant
Slide 1: Lien
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Slide 2 - Vidéo

le foie gras
les huitres
Traditionele gerechten:

Slide 3 - Diapositive

la dinde 
le marron

Slide 4 - Diapositive

la dinde aux marrons

Slide 5 - Diapositive

le 24 décembre: le Réveillon
Bûche de Noël

Slide 6 - Diapositive

la bûche de Noël
Het is een eeuwenoude Franse traditie: bij kerstavond hoort een boomstammetje. Ooit een echt stuk hout dat langzaam moest opbranden in de haard om de familie van een goede oogst te verzekeren in het komende jaar. Hoe langer de boomstam bleef branden, hoe beter de volgende oogst zou uitpakken, zo was het bijgeloof. Later werd het een nagerecht dat de vorm van het blok hout imiteerde.

Bûche de Noël 2017 van het hotel Plaza-Athenée in Parijs (CC/Studio des Fleurs)

Slide 7 - Diapositive

Wat is 'Kerst' in het Frans?
A
Christmas
B
fêtes
C
Noël
D
les jours fériés

Slide 8 - Quiz

Wat is 'kerstavond' (24 december)
in het Frans?
A
La veille de Noël
B
Le soir de Noël
C
La nuit de Noël
D
le réveillon de Noël

Slide 9 - Quiz

Franse kinderen geloven in de kerstman. Hoe heet hij in het Frans?
A
Babbo Natale
B
Saint Nicolas
C
Santa Claus
D
Père Noël

Slide 10 - Quiz

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Frans?
A
Bonne Christmas
B
Feliz Navidad
C
Merry Christmas
D
Joeux Noël

Slide 11 - Quiz

Welke dag wordt in Frankrijk kerst gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre
D
le cinq décembre

Slide 12 - Quiz

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 13 - Quiz

In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Qu'est ce que c'est: l'étoile
A
De figuurtjes
B
Het kerstdiner
C
De kribbe
D
De ster

Slide 15 - Quiz

Wat betekent:
la neige?
A
de sneeuw
B
de regen
C
de kerstboom
D
de kerstman

Slide 16 - Quiz

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Hoe heet dit nummer in
het Engels?
A
Long live the wind
B
Jingle Bells
C
Silent night
D
Last Christmas

Slide 19 - Quiz

Wat betekent de titel van het liedje: Vive le vent d'hiver?
A
Leve de winterwind
B
Leve het winterkind
C
Leve de rinkelende bellen
D
Leve de sneeuwpop

Slide 20 - Quiz

1e klas: Maak een kerstkaart
Of leer voor de toetsweek
Of stel vragen over de toetsstof.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

2e klas: maak de kerstopdracht
Vragen over de toetsweek? Stel ze!

Slide 23 - Diapositive

Est-ce que tout le monder fête Noël?
Werkblad opdracht 2: vertaal de titel

Je ziet straks een filmpje
Kijk hier eerst goed naar. 
Moeilijk? Focus je op afbeeldingen en tekst.

Slide 24 - Diapositive

Est-ce que tout le monder fête Noël?
Werkblad opdracht 3: 

Lees de tekst.
Markeer de woorden die je kent in de tekst. Hoeveel woorden heb je gemarkeerd?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Quiz de Noël 
Les règles: 

- Des équipes de cinq personnes maximum
- Une personne note les réponses.
- Parfois, il faut deviner... On ne cherche pas de réponses! 
- Soyez sportifs... La participation vaut plus que le résultat! 

Slide 27 - Diapositive

Question 1
Comment dire "Oudejaarsdag" en français? 
A Le Nouvel An 
C La Saint Sylvestre
B Le Vieil An 
D La Saint Antoine

Slide 28 - Diapositive

Question 2: Où est-ce qu'on a les meilleures chances pour un Noël sous la neige? 
A Lille                                       Nord

B Nantes 

C  Grenoble

D   Lourdes                                 Sud

Slide 29 - Diapositive

Question 3
Dans quel pays est-ce que l'on fête le Nouvel An en premier?
A  Tchad
B  Sénégal
C  Madagascar
A
B
C

Slide 30 - Diapositive

Question 4: Lesquels de ces produits de décembre sont typiquement français?  
A
B
C
D
E
F
G

Slide 31 - Diapositive

Question 5
Ecrivez: 2024 (en lettres) 

Slide 32 - Diapositive

Les réponses ....

Slide 33 - Diapositive

Question 1 - réponse
Hoe zeg je "Oudejaarsdag" in het Frans? 
C La Saint Sylvestre

Slide 34 - Diapositive

Question 2 - réponse
Lille
Nantes

Grenoble

Lourdes


Slide 35 - Diapositive

Question 8 - réponse
Dans quel pays est-ce que l'on fête le Nouvel An en premier? 
A  Tchad
B  Sénégal
C  Madagascar
A
B
C

Slide 36 - Diapositive

Question 4: - réponse
A
C
D
Champagne
Mousse au chocolat
Foie gras 

Slide 37 - Diapositive

Question 5
Jaar 3: Deux mille vingt-quatre     Jaar 1 (deux zéro, quatre)

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive