H6 voeding en vertering les 3

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waarom moet je je eten verteren?
A
Anders kan je het niet doorslikken
B
Anders kan je voedseldeeltjes niet opnemen in de darm
C
Anders kan je voedingsstoffen niet opnemen in het bloed
D
Anders kan je niks verbranden

Slide 2 - Quiz

Als je zetmeel verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 3 - Quiz

Als je vetten verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 4 - Quiz

Als je eiwitten verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Enzym - substraat
Substraat = het stofje waar het enzym op inwerkt

Slide 10 - Diapositive

Enzym - substraat
Wanneer ze aan elkaar vastzitten heet dit een enzym-substraat complex

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

3

Slide 20 - Vidéo

01:18
Hoeveel verschillende aminozuren worden er gebruikt in je lichaam?
A
honderden
B
duizenden
C
20
D
3

Slide 21 - Quiz

01:18
Wat is een essentieel aminozuur ook alweer?
A
Een aminozuur dat perse in je eten moet zitten
B
Een aminozuur dat je lever zelf niet kan maken
C
Een aminozuur waar je veel van nodig hebt
D
Een aminozuur waar je maar weinig van nodig hebt

Slide 22 - Quiz

02:37
Als een eiwitmolecuul verhit wordt, wat gebeurt er dan NIET?
A
Het eiwitmolecuul beweegt sneller
B
De waterstofbindingen worden verbroken
C
De aminozuren komen los van elkaar

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

De optimumtemperatuur van de enzymen van ons lichaam ligt tegen de 40 graden.
Maar wat is de beste temperatuur om een enzym te bewaren (bv in een lab)
A
- 20 graden
B
37 graden
C
70 graden

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

In de mond verteert het enzym amylase zetmeel. Werkt amylase uit speeksel in de maag nog door? Waarom wel/niet?
A
Wel, want er is nog genoeg zetmeel over
B
Niet, want de temperatuur in de maag is te hoog
C
Niet, want de pH in de maag is te laag

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

BINAS tabel 82E: waar vindt de vertering van DNA plaats? Wat zijn de uiteindelijke producten?

Slide 34 - Question ouverte

                                  Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap

voedsel smeuig maken,
start vertering van zetmeel

doden bacterien
vertering eiwitten

emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
vertering eiwitten, vetten en koolhydraten
maakt de vertering van koolhydraten en vetten af

Slide 35 - Question de remorquage

Welke vertering vindt plaats met behulp van welk verteringssap? ? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 36 - Question de remorquage

Slide 37 - Diapositive