Les comparaisons 4 vwo chapitre 1 Grammaire C
1 / 15
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leg uit wat het verschil is tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.
Slide 3 - Question ouverte
Ma chambre est (+grand)........ la chambre de mon frère.
Slide 4 - Question ouverte
Son bureau est (+grand) .... le mien.
Slide 5 - Question ouverte
Il pense toujours que mes affaires sont (-beau) ..... les siennes.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
(sportif) Ma soeur Stéphanie est la .... fille ......de son équipe.
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
Slide 12 - Question ouverte
(intelligent) Mon frère est le........ garçon ........ de sa classe.
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
Slide 13 - Question ouverte
(beau) Je suis le ....... enfant ......de mes parents.'
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
Schrijf de hele zin op: denk aan hoofdletters en leestekens.
