Uitdrukkingen en collocaties

Uitdrukkingen en collocaties
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Uitdrukkingen en collocaties

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Terugblik
- lesdoel
- uitleg
- inoefenen
- aan de slag
- reflectie

Slide 2 - Diapositive

Wat is het beeld in de volgende zin:
Bram is de wandelende encyclopedie van de klas.
A
Bram
B
de wandelende encyclopedie
C
de klas

Slide 3 - Quiz

Welk woord is niet letterlijk bedoeld?
De storm huilde om het huis.
A
De storm
B
huilde
C
het huis.

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we de vorm van beeldspraak in de volgende zin:
De storm huilde om het huis alsof hem iets werd aangedaan.
A
metafoor
B
personificatie

Slide 5 - Quiz

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat uitdrukkingen en collocaties zijn.

Aan het einde van deze les kun je het verschil uitleggen tussen uitdrukkingen en collocaties.

Slide 6 - Diapositive

Lees dit verhaal eens door.
Dit verhaal zuig ik uit mijn duim.
De twee vriendinnen Yvonne en Lynn kunnen meestal heel goed samen door één deur. Ze steunen elkaar door dik en dun.
Ze hebben ruzie als er een van de twee met het verkeerde been uit bed is gestapt. Dan is niets goed en maken ze van een mug een olifant. Gelukkig gaat dat snel voorbij en is alles weer koek en ei. De vriendinnen zitten niet bij elkaar onder de plak.

Slide 7 - Diapositive

collocaties
Vaste combinaties van woorden noemen we collocaties.
- ZN met vast WW; 'een besluit nemen'
- Uitdrukkingen met WW; 'de boventoon voeren' (=uitdrukking)
- Uitdrukkingen zonder WW; 'een doorn in het oog'
- Uitdrukkingen met woordpaar; 'pais en vree'
- Uitdrukkingen met woordpaar én vast WW;
   'kant noch wal raken' (=uitdrukking)

Slide 8 - Diapositive

Schrijf de antwoorden op
drijven / hakken / stoppen / lopen / springen
in de doofpot.....
uit je vel.....
op rolletjes.....
in de pan.....
in het nauw.....
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat ga je doen?
Maak opdracht 1, 3 en 4.

Vraag 3 doornemen

10 minuten in stilte.


timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat uitdrukkingen en collocaties zijn.

Aan het einde van deze les kun je het verschil uitleggen tussen uitdrukkingen en collocaties.
Controlevraag
Wat is het verschil tussen een uitdrukking en een collocatie?

Slide 12 - Diapositive