Zinsvolgorde 1

Zinsvolgorde
Zet de woordjes op de goede plaats in de zin.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Zinsvolgorde
Zet de woordjes op de goede plaats in de zin.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je zinnen? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De rest: wie of wat   (en hoe?)
De rest kan dus tijd of plaats zijn. Maar het kan ook wie of wat zijn. Kijk naar de voorbeelden:

Slide 3 - Diapositive

Vraag lln: waar zet ik: hoe? 
Ik
vandaag
loop
naar school.

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

straks
loopt
Hij
naar huis.

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met:
lopen

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

te laat?
zij
Komt
vandaag

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

een brief
Mevrouw Barbara
voor de klas.
heeft

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met:
komen

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaan
nooit meer
wij
naar huis?

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De juf
soms
een beetje boos.
wordt

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met:
zijn

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

lief.
De leerlingen 
zijn
van groep 2AZC

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

zinsvolgorde
Als je iets wil zeggen over het zelfstandig naamwoord dan komt dat er meteen achter of voor.
De jongen met rood haar staat voor de deur.
De roodharige jongen staat voor de deur.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

is
kapot.
van de baas
De fiets

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met:
wassen

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De computer
is
grijs.
van juf Jet

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

schoenen
Het meisje
heeft
mooie

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions