Lichaam en Geest: H3 genotsmiddelen

1 / 20
suivant
Slide 1: Vidéo
mens en gezondheidPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Genotsmiddelen

Slide 2 - Diapositive

Welke genotsmiddelen ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Welke genotmiddelen ken je allemaal?
Genotmiddel = product waardoor je je lekker gaat voelen.
Voorbeelden:
- alcohol                                    - chocola en suiker
- sigaretten                             - cocaine 
- wiet                                          - heroine
- xtc, MDMA
- lachgas
- koffie

Slide 4 - Diapositive

Hoe werkt een verslaving nu eigenlijk?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waarom denk je dat mensen een genotsmiddel gaan gebruiken?

Slide 7 - Carte mentale

welke genotsmiddelen heb jij wel eens gebruikt?

Slide 8 - Carte mentale

Welke lichamelijke of geestelijke effecten heb je of kun je hiervan ervaren?

Slide 9 - Carte mentale

Softdrugs worden in Nederland gedoogd. Wat zijn softdrugs?
A
Hasj en Wiet en cannabis
B
Ketamine
C
GHB
D
XTC

Slide 10 - Quiz

Hype   Lachgas
 lachgas zorgt voor een korte, sterke roes.
Gelijk effect: gevoel van bijna-bewustzijnsverlies
  korte roes die ongeveer 1 tot 5 minuten duurt. 
Je wordt licht in zijn hoofd, voelt minder pijn en de spieren ontspannen. Beeld en geluid kunnen anders binnenkomen. 
Je kunt  dingen zien of horen die er helemaal niet zijn.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

MDMA, cocaïne en speed geven
A
je energie en zorgen dat je ‘aan’ staat "hug drug"
B
versnellen hartslag en ademhaling
C
werken kalmerend en ontspannend
D
hallucinerende effecten

Slide 14 - Quiz

Nadelen van MDMA, speed en cocaïne
A
Gespannen spieren, braken, meer uithoudingsvermogen Verminderde eetlust Moeite met plassen Soms zweten, hoofdpijn en duizeligheid
B
Hoge lichaams-temperatuur, hogere spierspanning
C
Hoge bloeddruk, Droge mond, dorst
D
grote pupillen, kans op psychose

Slide 15 - Quiz

Waar denk je aan bij het woord
" psychose"?

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo