2V1 Grieks 28 mei

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

               2V1 Grieks, 28 mei

Vandaag

• Tekst Kronos: wie is die Prometheus eigenlijk?
• Vragen over de grammatica?
• Nakijken huiswerk
• Opdracht tekst Kronos r.12 t/m 18
• Mythe Prometheus vervolg
  

Wat valt je op als je de rijtjes van alle Grieks lidwoorden ziet?

Wat is Kronos voor iemand?

1. Hij is een Olympische god
2. Hij is een Titaan
3. Hij is de hemel
4. Hij is een Griekse held

Hoe heet de tijd waarin Kronos regeerde op aarde?

1. Het stenen tijdperk
2. Het Titaanse tijdperk
3. Het zilveren tijdperk
4. Het gouden tijdperk

Prometheus

                                                   Prometheus is de zoon van één van de 12 Titanen.
                                                   Hij vindt het maar een lege boel op de aarde. 
                                                   De appels moeten gegeten worden, en de paarden
                                                   getemd. Wat nu??

Wat is Prometheus op de afbeelding die je net zag aan het doen?

1. Hij maakt een beeld voor in zijn tuin.
2. Hij maakt paarden voor op de vlaktes.
3. Hij maakt de eerste mensen.
4. Hij geeft het vuur aan de mensen.

Vertaling Kronos t/m r.7

In de tijd van Kronos is het leven aangenaam. De zon schijnt namelijk altijd, de wind waait altijd, rivieren stromen overal.

Prometheus kijkt eens de aarde rond: hij neemt en de rotsen en de bomen waar, hij neemt de rivier en de vlakte waar. Overal merkt hij dieren op: herten en slangen, bijen en vogels.

Vertaling Kronos t/m r.9

Maar Prometheus is niet tevreden. Want de appelboom draagt appels, maar niemand eet de appels.

Op welke letters eindigt een persoonsvorm in de 3e pers.ev. in het Grieks?

1. -ει
2. -ειν
3. -ουσι(ν)
4. -ην

Vertaling Kronos t/m r.11

Maar Prometheus is niet tevreden. Want de appelboom draagt appels, maar niemand eet de appels.

Over de vlakte rennen paarden, maar niemand temt de paarden en (niemand) brengt ze naar huis.

Prometheus heeft medelijden met de mensen. Wat doet hij om ze te helpen (hij krijgt daar een zware straf voor)?

'Εργον 19 blz.97 hb

1.  τα δενδρα

2. τας θεας

3. τον βιον

4. αἱ μαχαι