Herhaling h7

Wat gaan we deze les doen?

- Mededelingen + planning
- Doelen van deze les
- Herhaling Theorie h7
- Huiswerk
 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?

- Mededelingen + planning
- Doelen van deze les
- Herhaling Theorie h7
- Huiswerk
 

Slide 1 - Diapositive

Mededelingen + planning
Ga ervan uit dat je donderdag (deze week) de toets van H7 hebt.


Slide 2 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les hebben we allemaal de theorie uit h7 weer paraat.

We weten waar h7 over gaat en wat we allemaal moeten kunnen voor de toets. 

Slide 3 - Diapositive

7.1 Regelmaat

Slide 4 - Diapositive

Welke regelmaat zit in deze tabel?

Wat is het vaste bedrag?

Slide 5 - Question ouverte

7.2 Grafieken

Slide 6 - Diapositive

Ibrahim is pizzabezorger. Hij verdient 4,50 euro per uur. Ook krijgt hij een vast bedrag van 2,50 euro.

Vul de volgende tabel verder in.

Slide 7 - Question ouverte

De Grafiek 

Let op!
Een grafiek tekenen doen we met POTLOOD en LINAAL

Slide 8 - Diapositive

7.3 Woordformules

Slide 9 - Diapositive

Hanne laat wenskaarten maken. Zij gebruikt de formule
kosten in euro = 2 + 1,50 x aantal wenskaarten.

Wat is het begingetal?
A
2
B
+ 1,50

Slide 10 - Quiz

Hanne laat wenskaarten maken. Zij gebruikt de formule
kosten in euro = 2 + 1,50 x aantal wenskaarten.

Wat is het wat is het stijg- of daalgetal?
A
stijggetal = 2
B
stijggetal = 1,50
C
daalgetal = 2
D
daalgetal =1,50

Slide 11 - Quiz

Hoeveel moet Hanne betalen als ze 15 wenskaarten laat maken?
kosten in euro = 2 + 1,50 x aantal wenskaarten.
Schrijf je berekening op

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel moet Hanne betalen als ze 20 wenskaarten laat maken?
kosten in euro = 2 + 1,50 x aantal wenskaarten.
Schrijf je berekening op

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

7.4 Formules met letters

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent de volgende formule (maak een woordformule):
inkomsten in € = 4,25 + 3,75t
t: tijd in uren
A
4,25+3,75+t
B
4,25+3,75tijd in uren
C
5xtijd in uren
D
4,25 + 3,75 x tijd in uren

Slide 16 - Quiz

Schrijf de volgende formule korter:
Bewaartijd in dagen = 24 - 2,5 x temperatuur in graden Celsius

Slide 17 - Question ouverte

Bewaartijd in dagen = 24 - 2,5t
t: temperatuur in graden Celsius
Bereken de bewaartijd als het 6 graden Celsius is. (t=6)

Slide 18 - Question ouverte

7.5 Formules veranderen

Slide 19 - Diapositive

Bij het branden van rode kaarsen hoort de formule:
hoogte in cm = 22 - 2t waarbij t: tijd in uren
Hoe groot is de rode kaars aan het begin en hoeveel centimeter worden de rode kaarsen korter per uur?

Slide 20 - Question ouverte

Een witte kaars is 8 cm langer. Wat is het begingetal van de witte kaars
A
8
B
22+8 = 30
C
22
D
22-8= 14

Slide 21 - Quiz

Per uur brandt de witte kaars 0,5 cm minder snel op dan de rode kaars. Wat is het daalgetal van de witte kaars?
A
0,5
B
2
C
2 - 0,5 = 1,5
D
2 + 0,5 = 2,5

Slide 22 - Quiz

Stel de formule op voor de witte kaars.

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk
Ga een start maken met het leren van de toets. 

Dit kan je doen door de herhaling of door de diagnostische toets te maken. 

Maar eerst gaan we een Kahoot doen!


Slide 24 - Diapositive