2M P2 Les 2 Collectieve sector

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 6.2.
timer
5:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 6.2.
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Startopdracht 10 min
  • Voorkennis 5 min
  • Uitleg collectieve sector en particuliere sector 10 min
  • Toepassen 10 min
  • Uitleg sociale zekerheid 10 min
  • Toepassen 10 min
  • Uitleg subsidies en accijnzen 5 min
  • Kennisoverzicht 10 min
  • Afsluiting 10 min

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt € 450 geleend. Over je lening betaal je € 14,40 rente.
Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag. Schrijf je berekening op.

Slide 5 - Question ouverte

deel ÷ geheel × 100

€ 14,40 ÷ € 450 × 100 = 3,2% 
Uitleg

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectieve sector
Overheid en instellingen voor de sociale zekerheid.
Niet uit op winst.
Particuliere sector
Burgers en bedrijven.
Wel uit op winst.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale voorzieningen
Voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken en die betaald worden door de overheid.

Slide 8 - Diapositive

Sociale voorzieningen hebben twee kenmerken. Deze kenmerken moeten de leerling kunnen benoemen.
Noem het verschil tussen bedrijven in de particuliere sector en bedrijven in de collectieve sector.

Slide 9 - Question ouverte

Bedrijven in de collectieve sector zijn niet uit op winst. Bedrijven in de particuliere sector moeten wel winst maken.
Welke van de onderstaande voorzieningen zijn collectieve voorzieningen?
A
Supermarkt
B
Tankstation
C
Politie
D
Dijk

Slide 10 - Quiz

C en D zijn collectieve voorzieningen.
Waarom is dit een collectieve voorziening?

Slide 11 - Question ouverte

  1. Iedereen mag er gebruik van maken.
  2. Betaald door de overheid.
Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 1 t/m 4 en 
11 t/m 14 (blz. 184-189)
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.


Schoolwerk: § 6.2 opdracht 1 t/m 14 (blz. 184-189) en
§ 6.3 opdracht 9 t/m 13 (blz. 192-193).
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale zekerheid
Alle uitkeringen. Mensen met geen of te weinig inkomen kunnen een uitkering krijgen.
AOW
WW
Sociale premies
Deel van het brutoloon dat naar de overheid gaat voor het betalen van uitkeringen.
Overheid

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theo is al een tijdje met pensioen. Van de overheid krijgt hij een uitkering.
Welke uitkering ontvangt hij?

Slide 14 - Question ouverte

AOW-uitkering.

Veel voorkomende fout: pensioen spaar je zelf voor. Dat is geen uitkering van de overheid.
Amber krijgt een uitkering omdat ze na haar ontslag werkloos is.
Welke uitkering ontvangt zij?

Slide 15 - Question ouverte

WW-uitkering.
Wat zijn sociale premies?

Slide 16 - Question ouverte

Deel van het brutoloon dat naar de overheid gaat voor het betalen van uitkeringen.
Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 5 t/m 10 (blz. 184-189)
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.


Schoolwerk: § 6.2 opdracht 1 t/m 14 (blz. 184-189) en
§ 6.3 opdracht 9 t/m 13 (blz. 192-193).
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subsidie
Goed gedrag belonen door het geven van een financiële bijdrage.
Accijns
Slecht gedrag afremmen door producten duurder te maken.
Extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van subsidie?

Slide 19 - Question ouverte

Afremmen van het gebruik van alcohol, brandstof en tabak.

Het is een extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak. Hierdoor worden de producten duurder en minder aantrekkelijk.
Wat is het doel van accijns?

Slide 20 - Question ouverte

Afremmen van het gebruik van alcohol, brandstof en tabak.

Het is een extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak. Hierdoor worden de producten duurder en minder aantrekkelijk.
Kennisoverzicht
Wat? Vul het kennisoverzicht in.
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.


Schoolwerk: § 6.2 opdracht 1 t/m 14 (blz. 184-189) en
§ 6.3 opdracht 9 t/m 13 (blz. 192-193).
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem het verschil tussen bedrijven in de particuliere sector en bedrijven in de collectieve sector.

Slide 23 - Question ouverte

Bedrijven in de collectieve sector zijn niet uit op winst. Bedrijven in de particuliere sector moeten wel winst maken.
Voor wie is de sociale zekerheid bedoeld?

Slide 24 - Question ouverte

Deel van het brutoloon dat naar de overheid gaat voor het betalen van uitkeringen.
Wat is het doel van accijns?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je agenda
Datum:
Maken: § 6.2 opdracht 1 t/m 14 (blz. 184-189) en
§ 6.3 opdracht 9 t/m 13 (blz. 192-193).
Leren: kennisoverzichten les 1 en 2


timer
0:30

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions