(havo/vwo3) H1 Nigeria rijk en toch arm paragraaf 1 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Planning:

• Introductie
• Uitleg: paragraaf 1 blz. ligging en landschap + bevolkingsspreiding + B63, B64, B96, B97, B98
  
• maken opdracht 1 t/m 5 paragraaf 1 blz. 5/6
  
• nabespreken paragraaf 1
• afsluiting

Aan het einde van de les kan/weet je:

• welke natuurlandschappen in Nigeria voorkomen
• hoe de bevolkingsspreiding van Nigeria is
  

00:43

Nigeria is een land in Afrika met...

1. het meeste voedsel
2. het meeste oorlog
3. het meeste geld

02:03

door Lagos lopen ... belangrijke snelwegen

1. 4
2. 1
3. 2
4. 3

03:30

de verschillende vorsten in Nigeria hebben...

1. veel macht
2. weinig macht

05:35

het land kan je opdelen in ... delen

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

07:31

op het gebied van landbouwproductie staat Nigeria wereldwijd op plek...

1. 1
2. 4
3. 2
4. 6

aantekeningen

Nigeria

• ligging: in de tropen in West-Afrika
• vroeger Britse kolonie
• veel nieuwe kolonisten hadden last van ziektes
  
• verschillende landschappen:

Vegetatie

Klimaat

Zuiden

tropisch regenwoud, moerassen en mangroven

(bomen die in zout water leven)

Binnenland

Savanne

Noorden

Steppe

Köppen klimaatsysteem

A-klimaat

• Tropisch klimaat.
• Vooral rond de evenaar.
• In de koudste maand is het gemiddeld minimaal 18°.
  
• Voorbeelden: Savanne of het tropisch regenwoud.
  

B- Klimaat

• Droog klimaat.
• Weinig neerslag.
• Bijna geen neerslag.
• Voorbeelden: Woestijn of steppe.

C-klimaat

• Klimaat dat voorkomt rond grote 'wateren' (zeeën en oceanen).
• Matig klimaat: Koude zomers en warme winters.
• Koudste maand tussen 18° en -3°
  

D-klimaat

• Klimaat dat voorkomt in gebieden die niet dicht bij grote wateren liggen.
• Hete zomers, koude winters.
• Koudste maand onder -3° en warmste boven 10°

E-klimaat

• Poolklimaat.
• Altijd erg koud.
• Warmste maand is kouder dan 10°.

Toevoegingen kleine letter

• Bij het A, C en D klimaat komt er een tweede letter bij.
• Heeft te maken met wanneer de neerslag valt.
• Dit is een kleine letter!
• f = fehlt (ontbreekt) er is geen droge tijd.
  
• s = sommer (zomer) de droge tijd is in de zomer.
  
• w = winter, de droge tijd is in de winter.
  

bevolkingsdichtheid

dit kan je uitrekenen!
de som die je hierbij kan maken is:
Aantal inwoners ÷     
Oppervlakte in km2 =
Bijv: Nigeria heeft 206 miljoen inw.
De oppervlakte is 923.769 km2
206 miljoen ÷ 923.769= 222 per vierkante km2.

https:

bevolkingsspreiding

• de verdeling van mensen over een land of gebied
• voorbeeld: in Nigeria wonen veel mensen in het zuiden en weinig in het noorden
• reden: te warm/droog

bnp per inwoners

• het hoogst in het zuiden
• (steden en werk)
• het laagst in plattelands-gebieden (kleine boerenbedrijven).

https:

zelfstandig werken

lezen paragraaf 1 blz. 8 ligging en landschap + bevolkingsspreiding +  B63, B64, B96, B97, B98

maken opdracht 1 t/m 5 paragraaf 1 H1

gebruik hierbij:

• tekstboek blz.8 
• werkboek blz. 5/6
• atlas bij vraag 1,2,3,5
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

waar in Nigeria is het BNP het hoogst

1. het zuiden
2. het noorden

BW 

Af

Cf

EF

Df

Af

BW

Cf

Hoe vond je deze les gaan? voor jezelf of klassikaal. geef een cijfer of leg uit