Paragraaf 1 De zon, de aarde en de maan

Paragraaf 1 De zon, de aarde en de maan
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 De zon, de aarde en de maan

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat ga je leren?
7.1.1 Je kunt een aantal kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt toelichten wat bedoeld wordt met de aardas.
7.1.3 Je kunt de begrippen baan en omlooptijd uitleggen.
7.1.4 Je kunt de bewegingen die de aarde maakt beschrijven.
7.1.5 Je kunt uitleggen waardoor de seizoenen en de verschillen in daglengte ontstaan.
7.1.6 Je kunt uitleggen hoe de schijngestalten van de maan eruitzien en hoe ze ontstaan.
7.1.7 Je kunt met tekeningen uitleggen hoe zons- en maansverduisteringen ontstaan. (PLUS)

Slide 3 - Diapositive

De zon
De zon is een enorme bol van superheet en helder gas. Ze heeft een doorsnede van 1.4 miljoen kilometer, de aarde past er wel 1.300.000 keer in. De zon ontstond net als alle andere sterren uit samentrekkend materiaal in een grote wolk van gas en stof, voornamelijk waterstof en helium.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is de zon?
A
Een planeet
B
Een brandend stuk puin
C
Een ster
D
Een brandende planeet die licht geeft.

Slide 6 - Quiz

Hoe groot is de zon?
A
Ongeveer even groot als de maan
B
Ongeveer even groot als de aarde
C
ruim 50 keer zo groot als de aarde
D
Ruim 100 keer zo groot als de aarde

Slide 7 - Quiz

De zon komt op in het ......
A
noorden
B
oosten
C
zuiden
D
westen

Slide 8 - Quiz

In de zon vindt kernfusie plaats. Wat is de bron van energie van de zon?
A
Waterstof
B
Helium
C
Benzine
D
IJzer

Slide 9 - Quiz

De zon is een ..
A
Kunstmatig lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus terruggekaats
D
Schaduw

Slide 10 - Quiz

De aarde
De Aarde is vanaf de Zon gerekend de derde planeet van het zonnestelsel. Ze is zowel qua massa als qua volume de grootste van de vier binnenste planeten, die een vast oppervlak hebben van steenachtig materiaal, en "aardse planeten" worden genoemd.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

De zon verwarmt de aarde.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 13 - Quiz

De zon draait om de aarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de aarde ook wel genoemd?
A
De rode planeet
B
De blauwe planeet
C
De groene planeet
D
De witte planeet

Slide 15 - Quiz

Waardoor warmt de aarde op?
A
Het broeikaseffect
B
Het versterkte broeikaseffect
C
Het verzwakte broeikaseffect
D
Fake news

Slide 16 - Quiz

Hoe warm is de kern van de aarde?
A
2 500 graden celcius
B
5 000 graden celcius
C
5 500 graden celcius
D
7 000 graden celcius

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

In dit seizoen staat de zon het hoogst aan de lucht.
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 19 - Quiz

Wat heeft de aarde niet als de aardas recht zou staan?
A
Dag en nacht
B
Een evenaar
C
Polen
D
Seizoenen

Slide 20 - Quiz

Als de aarde niet om haar as zou draaien maar wel om de zon, dan:
A
zou het op de ene helft van de aarde altijd dag zijn en op de andere altijd nacht
B
zouden er geen seizoenen zijn
C
zou een etmaal één jaar duren

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Hoe heette de man die als eerste mens op de maan lande?
A
Isaäc Newton
B
Blase Pascal
C
Neil Armstrong
D
Albert Einstein

Slide 24 - Quiz

Je kan de maan bijna niet meer zien. Hoe noem je deze maan?
A
Nieuwe maan
B
Oude maan
C
Eerste kwartier
D
Laatste kwartier

Slide 25 - Quiz

De maan is een
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
C
Kunstmatige lichtbron
D
Natuurlijke lichtbron

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Klaar?
Maak nu opdracht 1 t/m 13 uit je boek op bladzijde 120 t/m 129.
Kijk je antwoorden na en verbeter met een andere kleur.

Slide 28 - Diapositive