Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
Je weet waarom je een verzekering afsluit.
Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit.
Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.
Slide 2 - Diapositive
Verzekering:
Afhankelijk van het risico dat je wilt lopen.
Soms verplicht b.v. WA voor brommer, scooter en auto.
Slide 3 - Diapositive
Afsluiten van een verzekering:
* verzekeraar - verzekerde
* polis met polisvoorwaarden
* premie
Slide 4 - Diapositive
Gemiddeld worden er in een jaar 7 op de 250 auto's gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde auto is €24000,- 1. Hoeveel geld moet de verzekeraar in een jaar vergoeden als er 250 auto's verzekerd zijn? 2. Hoeveel premie moet elke verzekerde daar voor betalen?
Slide 5 - Question ouverte
Gemiddeld worden er in een jaar 4 op de 100 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde fiets is €725,- 1. Hoeveel geld moet de verzekeraar in een jaar vergoeden als er 100 fietsen verzekerd zijn? 2. Hoeveel premie moet elke verzekerde daar voor betalen?
Slide 6 - Question ouverte
Verzekeringspremie:
Hoe hoger het eigen risico hoe lager de premie wordt.
Slide 7 - Diapositive
Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is €730,- waard. Je hebt een eigen risico van €150,-. 1e Hoeveel schadevergoeding krijg je? 2e Hoeveel procent is dat van de waarde van je eigen fiets?
Slide 8 - Question ouverte
Je scooter wordt gestolen. Gelukkig heb je een diefstalverzekering. Je scooter is €1500,- waard. Je hebt een eigen risico van €250,-. 1e Hoeveel schadevergoeding krijg je? 2e Hoeveel procent is dat van de waarde van je eigen scooter?
Slide 9 - Question ouverte
Maken:
Opdracht 2.4 in je boek of op de site van PIN code.