Veranderende ecosystemen

Veranderende ecosystemen
Wat gebeurt er met dit braakliggende terrein totdat jij 40 bent?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Veranderende ecosystemen
Wat gebeurt er met dit braakliggende terrein totdat jij 40 bent?

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Wat? Denk na over hoe een kale zandgrond verandert door de tijd en waarom
waarom? Het begrijpen van natuurlijke processen
Hoe? Werk alleen, daarna op aangeven van docent in tweetallen
Tijd: 5 minuten
Vragen? 
1. Welk ecosysteem ontstaat er in NL als je natuur zijn gang laat?
2. Bekijk afbeelding 30 in je boek (pg. 146)
Klaar? Bekijk alvast de belangrijkste begrippen uit BS 4
Uitkomst: Ik vraag straks een aantal tweetallen naar hun ideeën 

Slide 2 - Diapositive

Hoe verandert een kale zandgrond door de tijd en waarom?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe verandert ... 
dit...
in dit?
Hoe lang denk je dat dit proces duurt?

Slide 4 - Diapositive

geen humus,  extreme omstandigheden
pioniersoorten (grassen, mos) weinig soorten, vorming van humus

Gras fase
Kale fase

Slide 5 - Diapositive

kleine diertjes, simpel voedselweb
Door humus/abiotische factoren meer soorten, veel individuen van 1 soort
kruiden fase
Gras fase

Slide 6 - Diapositive

insecten
niches, gelaagdheid, lichtconcurrentie
kruiden fase
Struiken fase

Slide 7 - Diapositive

 vogels
constante factoren, productie = afbraak, Kringloop gesloten
Struiken fase
Bomen fase

Slide 8 - Diapositive

Successie zorgt ervoor dat
een pionierstadium
geleidelijk verandert
in een climaxstadium

Slide 9 - Diapositive

Successie
= de geleidelijke verandering  van de soortensamenstelling van een ecosysteem naar een evenwicht

Slide 10 - Diapositive

Pionier --> climax
=
=
Pionierecosysteem
Climaxecosysteem

Slide 11 - Diapositive

  • extreme abiotische                omstandigheden
  • Weinig humus
  • geen gesloten kringlopen
  • geringe biodiversiteit
  • veel individuen van 1 soort
  • weinig biomassa
  • geen gelaagdheid
  • weinig niches
  • netto productie = groot
pioniersecosysteem
 climaxecosysteem
  • gematigde en constante abiotische factoren
  • veel humus
  • gesloten kringlopen
  • grote biodiversiteit
  • weinig individuen van 1 soort
  • veel biomassa
  • gelaagdheid
  • veel niches
  • netto productie = gering

Slide 12 - Diapositive

welk climaxecosysteem ontstaat is afhankelijk van geldende abiotische factoren
  • temperatuur
  • beschikbaar water
  • bodem
  • licht etc.

Slide 13 - Diapositive

Subclimax stadium
Hoe wordt dit systeem in stand gehouden?

Slide 14 - Diapositive

Begrazing
Afplaggen
ACTIEF beheer

Slide 15 - Diapositive

PRIMAIRE SUCCESSIE
                   * vanaf niks, bijv. door erosie
                   * geen humus
                   * successie moet opnieuw beginnen.

SECUNDAIR  * na verstoring bijv. brand of bomenkap
                           * humus aanwezig in de bovenste laag 
                           * successie hoeft niet van begin af aan, snelle begroeing 
PRIMAIRE SUCCESSIE
  • vanaf niks, bijv. door erosie of afplaggen
  • geen humus
  • successie moet opnieuw beginnen.

SECUNDAIRE SUCCESSIE
  • na verstoring bijv. brand, bomenkap of begrazing
  • humus aanwezig in de bovenste laag 
  • successie hoeft niet van begin af aan, snelle begroeiing 

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 25, 26a, 28 en 29
Hoe? Werk in tweetallen
Tijd: 20 minuten
Vragen?
1. Lees eerst nog een keer de tekst uit het boek
2. Daarna vraag je aan mij
Klaar? lees het stuk: modelleren van de natuur + evenwichtssituaties
Uitkomst: We bespreken straks de zandvlakte vraag weer

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

extreme abiotische factoren
gematigde abiotische factoren
weinig biodiversiteit
veel biodiversiteit
weinig niches
veel niches
weinig humus
veel humus
gelaagdheid
geen gelaagdheid
productie = afbraak
productie > afbraak
kringlopen gesloten
kringlopen open
veel biomassa
weinig biomassa
veel indi. van 1 soort
weinig indi. van 1 soort

Slide 19 - Diapositive